❏ Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde
naar boven in de printer is geladen.
❏ Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Tekst als
Kwaliteitoptie in de printersoftware (Windows).
Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Automatisch als
Modus in de printersoftware (Macintosh).
& Zie "Opties instellen op het tabblad Hoofdgroep" op
pagina 131 (voor Windows)
& Zie "Afdrukvenster" op pagina 185 (Mac OS 9)
& Zie "Afdrukvenster" op pagina 167 (Mac OS X)
❏ Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de
tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de richting
van de afdrukzijde.
❏ Controleer of de instelling bij Afdrukmateriaal in de
printersoftware klopt.
❏ Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de uitvoerlade, vooral
als u transparanten gebruikt.
❏ Als u afdrukt op glansfilm of transparanten, plaats dan een
steunvel (of een vel gewoon papier) onder de stapel. U kunt
de vellen ook één voor één invoeren.
❏ Raak de bedrukte zijde van transparanten of papier met een
glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat ze nergens
mee in aanraking komen. Wanneer u hebt afgedrukt op
transparanten of glanzend afdrukmateriaal, moet u de inkt
enkele uren laten drogen.
❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit.
& Zie "De printkop reinigen" op pagina 265
❏ Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit.
& Zie "De printkop uitlijnen" op pagina 278
Problemen oplossen
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
291