In de onderstaande tabel staan de verschillende statuslampjes met
de benodigde actie.
Lampjes
F H
O H
O = aan, F = knippert
Ga als volgt te werk om een cartridge te vervangen met behulp
van de inktnop H.
Opmerking:
In de illustraties wordt het vervangen van de cartridge met
licht-lichtzwart getoond. Vervang zelf de cartridge die in uw situatie
moet worden vervangen.
1. Controleer of de printer aanstaat. Het aan-uitlampje P moet
continu branden en mag niet knipperen.
2. Open de printerkap aan de bovenzijde.
Opmerking:
Vervang de zwarte cartridges (fotozwart/matzwart) niet tijdens het
afdrukken. Er treedt een inktfout op.
222
Cartridges vervangen
Actie
Schaf een nieuwe cartridge aan in de kleur
licht-lichtzwart (T0599), lichtmagenta (T0596),
lichtcyaan (T0595), lichtzwart (T0597), fotozwart
(T0591), matzwarte (T0598), cyaan (T0592), magenta
(T0593) of geel (T0594).
Vervang de lege cartridge.