❏ De volgende instellingen zijn alleen beschikbaar voor Windows
XP/2000.
Uit (Geen
kleuraanpassing)
ICM-modus
Invoerprofiel
Intent
Gebruik deze instelling alleen wanneer u een nieuw
kleurprofiel maakt of als de andere
modusinstellingen niet het gewenste resultaat
opleveren.
Het uitschakelen van deze instelling (door Uit (Geen
kleuraanpassing) te selecteren) wordt meestal niet
aangeraden, omdat de printerdriver dan niet in staat
is om de kleuren te verbeteren of aan te passen.
Kies hier een ICM-modus: Host-ICM, Driver-ICM
(standaard) of Driver-ICM (geavanceerd).
Selecteer een invoerprofiel.
Deze instelling is niet beschikbaar als u Host-ICM hebt
geselecteerd als ICM-modus.
Selecteer hier de manier waarop kleuraanpassing
moet plaatsvinden.
Verzadiging:
Dit is de beste optie voor grafisch materiaal met
levendige kleuren. Voor het afdrukken van foto's
wordt deze instelling niet aanbevolen.
Waarneming:
Hiermee worden de kleuren van afbeeldingen zo
natuurlijk mogelijk gereproduceerd. Deze optie
wordt vaak gebruikt om het brede kleurenpalet van
de originele afbeelding goed te laten uitkomen.
Deze instelling wordt aanbevolen voor het afdrukken
van foto's.
Relatieve Colorimetric:
Hiermee wordt een afbeelding gereproduceerd met
behoud van een relatief kleurbereik. Deze optie
wordt meestal gebruikt als het kleurbereik in de
afbeelding vrijwel geheel is terug te zien in de
afbeelding na conversie. Deze instelling wordt
aanbevolen voor het afdrukken van foto's.
Absolute Colorimetric:
Hiermee blijft het absolute kleurbereik van de
afbeelding behouden, zodat er een verhouding is
van 1 op 1 van de absolute labcoördinaten. Voor het
afdrukken van foto's en normale toepassingen wordt
deze instelling niet aanbevolen.
Instellingen van de printersoftware
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
147