Inhoudsopgave
Advertenties
Verhelpen van storingen
Wanneer een van de variabele-snelheidsaandrijvingen of
frequentieomvormers in de machine uitvallen als gevolg
van een storing, werken ze niet langer en verschijnt een
knipperende foutmelding op het toetsenborddisplay (zie
onderstaande afbeelding).
Hierna volgt een overzicht van de meest voorkomende sto-
ringen en mogelijke maatregelen om ze te verhelpen.
Storingscode
1—OVER CURRENT
3—EARTH FAULT
9—UNDER VOLTAGE
11—OUTPUT PHASE SUPER-
VISION
14—UNIT OVER TEMPERA-
TURE
15—MOTOR STALLED
16—MOTOR OVER TEMPERA-
TURE
Verhelpen van storingen
Mogelijke oorzaak
Motor werkt te hard en verbruikt extra stroom.
Kortsluiting aan de uitgangszijde van de
variabele-snelheidsaandrijvingen of frequen-
tieomvormers.
Motorstoring (zeer zeldzaam)
Een slechte spanningstoevoer naar de machi-
ne leidt tot overmatig stroomverbruik.
Kortsluiting aan de uitgangszijde van de
variabele-snelheidsaandrijvingen of frequen-
tieomvormers.
Motorstoring (zeer zeldzaam)
Onvoldoende spanningstoevoer naar de
machine.
De stroomtoevoer naar de variabele-snelhei-
dsaandrijvingen of frequentieomvormers is
uitgeschakeld.
Kortsluiting aan de uitgangszijde van de
variabele-snelheidsaandrijvingen of frequen-
tieomvormers.
Motorstoring (zeer zeldzaam)
Variabele-snelheidsaandrijvingen of frequen-
tieomvormer oververhit als gevolg van hoge
temperatuur in de werkomgeving of defecte
temperatuursensor.
Motor werkt te hard en verbruikt extra stroom.
Motor draait niet als gevolg van een mechani-
sche blokkering.
Motor werkt te hard en verbruikt extra stroom.
Storing-
scode
Maatregel
Controleer het stroomverbruik wanneer de machine in we-
rking is. Verlaag de snelheid en het stroomverbruik tot aan-
vaardbare waarden zoals beschreven op de vorige pagina.
Controleer de bedrading in de stekkers die zijn aangesloten
op de motorkabels of in de aansluitdozen op de motoren.
Laat de motor testen en indien nodig vervangen.
Zie de opmerkingen op pagina 10
Controleer de bedrading in de stekkers die zijn aangesloten
op de motorkabels of in de aansluitdozen op de motoren.
Laat de motor testen en indien nodig vervangen.
Controleer de stroomvoorziening en ga na of de spanning
correct is.
Sluit de stroom van de schuurmachine opnieuw aan.
Controleer de bedrading in de stekkers die zijn aangesloten
op de motorkabels of in de aansluitdozen op de motoren.
Laat de motor testen en indien nodig vervangen.
Open de deur van de elektriciteitskast om de ventilatie te
verbeteren. Laat de variabele-snelheidsaandrijvingen of fre-
quentieomvormer testen door de servicevertegenwoordiger.
Controleer het stroomverbruik wanneer de machine in we-
rking is. Verlaag de snelheid en het stroomverbruik tot aan-
vaardbare waarden zoals beschreven op de vorige pagina.
Probeer de schuurschijven en de planetaire kop met de hand
te draaien om te zien of er een blokkering is.
Controleer het stroomverbruik wanneer de machine in we-
rking is. Verlaag de snelheid en het stroomverbruik tot aan-
vaardbare waarden zoals beschreven op de vorige pagina.
67
Dutch -
Advertenties
Inhoudsopgave
