Een rijblokkering is een toestand die voorkomt dat het
mobiliteitshulpmiddel kan rijden. Wanneer de rijfunctie
van het mobiliteitshulpmiddel is geblokkeerd, knipperen de
lampjes van het achterwiel en de bijbehorende zitfunctie.
Deze reeks blijft doorgaan zolang de rijblokkering is
ingeschakeld.
U kunt de rijblokkering opheffen door het
mobiliteitshulpmiddel terug te bewegen naar een
veilige positie.
Actuator-vergrendeling
Een actuator-vergrendeling is een toestand waarin er geen
zitbewegingen mogelijk zijn. Als het mobiliteitshulpmiddel
zich in de actuator-vergrendelingsstand bevindt, knippert
het lampje van de zitfunctie ten minste drie keer, tenzij de
vergrendelingsstand wordt onderbroken.
Deze reeks blijft doorgaan zolang de
actuator-vergrendelingsstand is ingeschakeld.
U kunt de rijblokkering opheffen door het
mobiliteitshulpmiddel terug te bewegen naar een
veilige positie.
4.6.8 Indicatie voor geblokkeerde functie
Er wordt een indicatie voor een geblokkeerde functie
weergegeven als de gebruiker probeert van functie te
veranderen, d.w.z. terwijl er een andere functie wordt
1638989-C
gebruikt. Het veranderen van functie is standaard niet
toegestaan.
De indicatie voor een geblokkeerde functie verschilt
afhankelijk van de oorzaak van de blokkering.
U kunt voorkomen dat er een indicatie voor een
geblokkeerde functie wordt weergegeven door te
wachten tot de ene functie is voltooid alvorens de
volgende functie te selecteren.
Rijfunctie geblokkeerd
Als een rijfunctie de oorzaak van de blokkering is:
•
het lampje van het achterwiel knippert drie keer snel;
•
het lampje van de zitfunctie wordt uitgeschakeld en
lampje van het achterwiel knippert.
Wacht tot de ene functie is voltooid alvorens de
volgende functie te selecteren.
Zitfunctie geblokkeerd
Als een zitfunctie de oorzaak van de blokkering is:
•
het lampje van de zitfunctie knippert drie keer snel;
•
het lampje van de zitfunctie wordt uitgeschakeld en
lampje van het achterwiel knippert.
Gebruik
23