Inhoudsopgave
Advertenties
Indicator voor de zitfunctie
B
C
Indicator voor de rijfunctie
Indicator voor aandrijving door begeleider (alleen ACU)
De indicator voor aandrijving door begeleider geeft aan de
hand van één of meer lampjes de geselecteerde aandrijving
door begeleider aan. Er kunnen maximaal vier aandrijvingen
door begeleider zijn waarvan er een de standaardinstelling is.
Indicator voor rijfunctie (alleen CREM en CREM-LF)
De indicator voor de rijfunctie geeft aan de hand van één
of meer lampjes de geselecteerde rijfunctie met compacte
bedieningskastfunctie aan. Er kunnen maximaal 4 rijfuncties
zijn waarvan twee zijn ingesteld als standaardinstelling.
Zie 4.4 Modusknop, pagina 18 voor informatie over het
veranderen van de rijfunctie.
1638989-C
Fig. 3-2
Fig. 3-3
Rijfunctie-indicator
Indicator C voor de rijfunctie kan met of zonder andere
indicatorlampjes gaan branden als:
•
Het mobiliteitshulpmiddel klaar is voor gebruik.
Zie 4.6.1 Indicatie van dienstdoende begeleider
(bedieningseenheid van de begeleider), pagina 20 en
4.6.2 Indicatie van de dienstdoende gebruiker (compacte
besturingsmodule), pagina 21.
•
Er een nieuwe rijfunctie wordt geselecteerd.
•
Het mobiliteitshulpmiddel alleen met beperkte
snelheid kan rijden. Raadpleeg 4.6.6 Indicatie voor
snelheidsbeperking, pagina 22.
•
De joystick niet in de centrale stand staat. Raadpleeg
4.6.5 Betekenis van indicatielampjes, pagina 21.
•
Het mobiliteitshulpmiddel helemaal niet kan rijden. Zie
4.6.8 Indicatie voor geblokkeerde functie, pagina 23 en
4.6.7 Blokkeringsindicatie, pagina 22.
Componenten
Fig. 3-4
11
Advertenties
Inhoudsopgave
