18 | In bedrijf nemen
6.3
Spoelen en vullen met handpomp
(ontluchting op het dak)
OPMERKING: Schade aan de collector!
▶ Bij vacuümbuiscollectoren uitsluitend met persvul-
ling werken, omdat de collectoren niet met water ge-
vuld mogen worden ( hoofdstuk 6.2).
6.3.1
Leidingen spoelen
Wanneer een voorschakelvat is gemonteerd:
▶ Voorschakelvat tijdens de spoeling van het solarcir-
cuit loskoppelen, zodat het eventueel in het voor-
schakelvat resterende water zich niet met de
koelvloeistof kan vermengen.
▶ Sluit op de vul- en aftapkraan van de veiligheidsgroep een slang [1]
aan, die verbonden is met het waterleidingnet.
▶ Op de vul- en aftapkraan van de debietbegrenzer een slang [2] aan-
sluiten, die het water afvoert.
7747006489-21.2ST
Afb. 33 Solarstation met kogelkranen en terugslagkleppen in de ther-
mometers
[1]
Slang voor watertoevoer
[2]
Slang voor waterafvoer
▶ Alle afsluiters openen.
▶ Sluit de rechter kogelkraan [2] op het solarstation en de kogelkraan
op de ontluchter ( afb. 35, [2]).
▶ Spoel het leidingsysteem en waarborg daarbij, dat de maximale be-
drijfsdruk hierbij niet wordt overschreden.
▶ Watertoevoer sluiten.
6 720 820 954 (2016/09)
▶ Vul- en aftapkraan [3] in het solarstation sluiten.
S
E
Afb. 34
[1]
Linker kogelkraan geheel geopend (0°)
[2]
Rechter kogelkraan gesloten (90°)
[3]
Vul- en aftapkraan in het solarstation
6.3.2
Dichtheidsproef met water uitvoeren
De solarinstallatie wordt ontlucht via de geopende afsluitschroef [2] van
de automatische ontluchting.
▶ Kogelkraan [2] openen.
1
▶ Afsluitschroef [1] een slag uitdraaien.
2
1
2
Afb. 35 Ontluchting openen
[1]
Afsluitschroef
[2]
Kogelkraan
▶ Kogelkraan [1] op de thermometers op 45° instellen
en de debietbegrenzer [2] en andere afsluitinrichtingen openen.
▶ Dichtheidstest uitvoeren - daarbij de toegestane drukken van alle
modules bewaken.
1
2
60
40
°C 80
100
20
0
120
3
3
7747006489.20-2.ST
7747006489.20-2.ST
6720801165.14-2.ST
AGS10-2