12 | Installeer solarstation
5.6
Leidingen en overloopleiding op het solarstation aan-
sluiten
WAARSCHUWING: Persoonlijk letsel en materiële
schade door hete solarvloeistof!
▶ Voer de afblaasleiding uit in de afmeting van de uit-
laatdoorsnede van het veiligheidsventiel (maximale
lengte = 2 m lang en maximaal 2 bochten).
▶ Kort de leidingen zodanig in, dat deze tot aan de aanslag in de klem-
ringkoppeling [1] kunnen worden geschoven.
▶ Overstortleiding [2] zichtbaar in het opvangvat [4] laten uitmonden
en vastzetten met een leidingbeugel [3].
Om de onderste knelkoppelingen vast te kunnen zetten,
kunt u het aansluitblok vasthouden op de met [5] gemar-
keerde plaatsen met een steeksleutel 27 mm of een pijp-
tang.
1
1
5
1
1
4
Afb. 18 Aansluiting op het solarstation
[1]
Klemringkoppeling op alle vier uitgangen
[2]
Overstortleiding (niet meegeleverd)
[3]
Leidingbeugel (bouwzijdig)
[4]
Leeg vat (opvangvat)
[5]
Aanzet voor tegenhouden koppelingen onder
6 720 820 954 (2016/09)
5.7
De temperatuursensoren zijn beveiligd tegen ompolen.
5.7.1
Gebruik een waterdichte aansluitdoos wanneer de elektrische kabel van
de collectortemperatuursensor op een vochtgevaarlijke locatie moet
worden aangesloten.
▶ Verleng de sensorkabel met een 2-aderige kabel [3]:
– tot 50 m = 2 x 0,75 mm
– tot 100 m = 2 x 1,5 mm
▶ Bescherm de verbindingen [2] boven en onder eventueel met een
aansluitdoos.
5.7.2
De montage-instructies en -gegevens kunt u in de installatiehandleidin-
gen voor boiler en regelaar vinden.
1
2
3
2
3
Afb. 19 Temperatuursensor op solarstation met geïntegreerde regelaar
[1]
Collectortemperatuursensor
[2]
Verbinding
[3]
2-aderige elektrische kabel (bouwzijdig)
7747006489.49-2.ST
7747006489.49-2.ST
[4]
Vul- en aftapkraan voor aftappen (niet meegeleverd)
[5]
Boilertemperatuursensor onder
Temperatuursensor monteren
Collectortemperatuursensor
2
2
Boilertemperatuursensor onder
5
4
2
7747006489-19.2ST
AGS10-2