Er kunnen geen precieze metingen worden verricht als de uitlaatsnelheid buiten
het bereik van 2 tot 5 mmHg ligt. Dit kan worden vastgesteld door telkens naar
het display te kijken als het symbool "Meting wordt uitgevoerd" knippert. Let op
de meting als het symbool "Meting wordt uitgevoerd" knippert.
Aandachtspunten voor een juiste meting
Ga ontspannen zitten. Leg de arm waarop u de meting wilt uitvoeren op een tafel of
op een ander steunpunt, zodat het midden van de manchet zich op de hoogte van uw
hart bevindt.
Ontspan ongeveer vijf of tien minuten voordat u een meting uitvoert. Wanneer u
opgewonden of somber bent, komt deze spanning tot uiting in de meting als een
hogere (of lagere) bloeddruk dan normaal. De hartslag is dan meestal sneller dan
normaal.
Uw bloeddruk varieert continu, afhankelijk van wat u doet en wat u hebt gegeten. Wat
u drinkt, kan heel snel een heel groot effect hebben op uw bloeddruk.
Bij deze bloeddrukmeter zijn de metingen gebaseerd op de hartslag. Wanneer u een
heel zwakke of onregelmatige hartslag hebt, kan deze bloeddrukmeter moeite
hebben met het meten van uw bloeddruk.
In geval van een ongebruikelijke situatie wordt de meting gestopt en wordt er een
foutsymbool weergegeven. Zie pagina 5 voor de beschrijving van de symbolen.
Deze bloeddrukmeter mag alleen door volwassenen worden gebruikt. Overleg met
uw arts voordat u dit apparaat bij een kind gebruikt. Een kind mag dit apparaat niet
zonder toezicht gebruiken.
Metingen
Nederlands 12