H Installatie, inbedrijfname en service
Laat de passieve koelunit uitsluitend door geschoold
personeel installeren, in gebruik nemen en onderhou-
den. Ingrepen door de klant aan de componenten van
de passieve koelunit zijn verboden. Alle gebruikersin-
stellingen die door de klant moeten worden gemaakt,
worden op de warmtepomp gemaakt.
▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
H Installatie en inbedrijfname
▶ Houd de nationale normen en voorschriften voor
wat betreft de installatie en het bedrijf aan!
▶ De instructies in alle handleidingen moeten worden
aangehouden. Bij niet-naleving kan materiële scha-
de en lichamelijk letsel en zelfs levensgevaar ont-
staan.
▶ Laat de eenheid alleen door een erkend vakman in-
stalleren en in gebruik nemen.
▶ Laat de eenheid niet installeren in ruimtes waar de
beschermingsgraad van de eenheid niet volstaat.
▶ Laat de eenheid en andere accessoires conform de
bijbehorende instructies installeren en in gebruik
nemen.
▶ Voor het installeren van de eenheid: schakel de in-
stallatie en alle accessoires spanningsvrij, beveilig
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen en stel de
spanningsvrijheid vast.
H Elektrotechnische werkzaamheden
Laat elektrotechnische werkzaamheden alleen door
een elektrotechnisch installateur uitvoeren.
Vóór de werkzaamheden aan de elektrische installa-
tie:
▶ Schakel de netspanning over alle polen vrij en borg
deze tegen herinschakelen.
▶ Zorg ervoor, dat het toestel geheel spanningsloos
is.
▶ Houd de aansluitschema's van de overige installa-
tiedelen ook aan.
H Voedingskabel
Als de voedingskabel is beschadigd, moet deze wor-
den vervangen door de fabrikant, diens onderhouds-
technicus of een gelijksoortig gekwalificeerde
persoon om gevaar te vermijden.
HP-PCU – 6721838568 (2021/09)
2
Voorschriften
Dit is een originele handleiding. Vertalingen mogen niet zonder toestem-
ming van de fabrikant worden gemaakt.
De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge-
volgd:
• Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde energieleveran-
cier en bijbehorende speciale regelgeving
• Nationale bouwvoorschriften
• F-gassenverordening
• EN 50160 (kenmerken van spanning in openbare elektriciteitsnet-
werken)
• EN 12828 (cv-installaties in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
• EN 1717 (bescherming van het drinkwater tegen verontreinigingen
in drinkwaterinstallaties)
• EN 378 (koude-installaties en warmtepompen – veiligheidstechni-
sche en milieurelevante voorschriften)
De onderstaande richtlijnen en voorschriften moeten worden opge-
volgd:
• Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde energieleveran-
cier en bijbehorende speciale regelgeving
• Nationale bouwvoorschriften
• F-gassenverordening
• EN 50160 (kenmerken van spanning in openbare elektriciteitsnet-
werken)
• EN 12828 (cv-installaties in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
• EN 1717 (bescherming van het drinkwater tegen verontreiniging in
drinkwaterinstallaties)
• BRL SIKB 11000 (ondergronds deel installaties bodemenergie)
• BRL KBI 6000-21 (ontwerpen, installeren en beheren van energie-
centrales van bodemenergiesystemenenergiecentrales met WKO)
• NEN 1010 Elektrische installaties voor laagspanning
• NEN 3140 Installatie-/Werkverantwoordelijke laagspanning
Raadpleeg voor verdere richtlijnen en voorschriften de bedienings- en in-
stallatie-instructie van de warmtepomp.
2.1
Waterkwaliteit
Waterkwaliteit in cv-installaties met passieve koelunit
Raadpleeg de installatie-instructie van de warmtepomp voor informatie
over de waterkwaliteit en de vulling van het warmteoverdrachtssysteem.
Installaties met warmtepompen werken bij lagere temperaturen dan vele
andere cv-installaties. Dat wil zeggen, de thermische ontluchting is min-
der effectief dan bij installaties met elektisch/olie-/gasgestookt cv-toe-
stel en het zuurstofgehalte is nooit zo laag als in dergelijke installaties.
Daardoor is de cv-installatie bij agressief water gevoeliger voor corrosie.
Wanneer de cv-installatie regelmatig moet worden gevuld of bij de mon-
stername van het cv-water wordt geconstateerd, dat het water niet hel-
der is, moeten preventieve maatregelen worden getroffen.
Preventieve maatregelen kunnen zijn, dat de cv-installatie met een mag-
netietafscheider en een ontluchtingsventiel wordt uitgebreid.
Maatregelen bij cv-installaties, die herhaaldelijk moeten worden bijge-
vuld:
▶ Waarborg, dat het volume van het expansievat voldoende groot is
voor het volume van de cv-installatie.
▶ Expansievat vervangen.
▶ Controleer de cv-installatie op lekkage.
Aan het water uitsluitend niet toxische additieven voor verhoging
van de pH-waarde toevoegen en het water schoon houden.
Voorschriften
3