~
Vergelijk vóórdat u het apparaat aansluit de aansluitgegevens
(zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van
het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw inspec-
teren.
~
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een er-
kend vakman / vakvrouw worden vervangen.
~
Dit apparaat mag niet op het elektriciteitsnet worden aangesloten
via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren die daarvoor
niet geschikt zijn.
Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
~
Wanneer er vocht op spanningvoerende delen of de elektrische
kabel terechtkomt, kan dat kortsluiting veroorzaken.
Gebruik het apparaat daarom niet in ruimtes waar met water wordt
gespetterd.
~
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
~
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigd apparaat mag niet worden geplaatst en niet in ge-
bruik genomen.
~
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9