Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Vòòrdat u de verse levensmiddelen
in het diepvriesvak legt
^ Schakel enige tijd voor het inruimen
de superfrost in.
Zie hoofdstuk: "De functie: "Super-
frost"".
Zo krijgen de producten die al in het
diepvriesvak liggen een koudereserve.
Het inruimen
Zorg ervoor dat in te vriezen levens-
middelen niet tegen reeds ingevro-
ren levensmiddelen aan liggen.
Gebeurt dat wel, dan kunnen reeds
ingevroren levensmiddelen gaan
ontdooien.
^ Zorg ervoor dat het materiaal waarin
de in te vriezen producten zijn ver-
pakt droog is, zodat de producten
niet aan elkaar of aan de bodem van
het diepvriesvak vastvriezen.
^ Leg de in te vriezen producten over
de hele breedte op de bodem van
het diepvriesvak, zodat ze zo snel
mogelijk tot in de kern worden inge-
vroren.
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
– in de magnetron;
– in de oven bij het verwarmingssys-
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
– bij kamertemperatuur;
– in de koelzone (de koude die daarbij
vrijkomt kan voor het koelen van de
levensmiddelen worden gebruikt);
– in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad-
pan worden gelegd.
Stukken vlees en vis (bijv. gehakt, kip,
visfilet) kunnen het beste worden ont-
dooid als ze niet tegen andere levens-
middelen aankomen. Het vrijgekomen
vocht moet worden opgevangen en
zorgvuldig verwijderd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevro-
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge-
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
27