Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nibe SHB10 Montage- En Bedieningshandleiding pagina 47

Inhoudsopgave

Advertenties

ADVIES
Wacht 24 uur voordat u de instellingen wijzigt om de
kamertemperatuur te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag,
verhoog dan de helling van de curve met één waarde.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
hoog, verminder dan de helling van de curve met één
waarde.
Als de buitenkant warm is en de kamertemperatuur
te laag, verhoog dan de curveverschuiving met één
waarde.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te
hoog, verminder dan de curveverschuiving met één
waarde.
Menu 1.9.2 - externe instelling
Het aansluiten van een extern signaal, bijv. een ruim-
tesensor of programmeerapparaat, zal de kamertem-
peratuur tijdens het verwarmen tijdelijk of periodiek
verhogen of verlagen. Wanneer het signaal wordt ge-
activeerd, verandert de offset van de verwarmings-
curve met het aantal in het menu geselecteerde
graden. Nadat de ruimtesensor is geïnstalleerd en
ingeschakeld, wordt de gewenste kamertemperatuur
(°C) ingesteld.
Bij meerdere verwarmingssystemen kunnen voor elk
systeem afzonderlijke instellingen worden gemaakt.
Voor meer informatie selecteert u " ? ".
Fabrieksinstelling:
verwarming
verwarmingssysteem 1: 0
koeling (indien geactiveerd)
verwarmingssysteem 1: 0
Menu 1.9.3 - min. aanvoertemp.
Selecteer in Menu 1.9.3 de verwarming of koeling (als
deze geactiveerd is) en stel in het volgende menu de mini-
mum aanvoertemperatuur van het verwarmingssysteem
in (min. aanvoertemperatuur van de verwarming/koeling).
Dit betekent dat de SHB 10 nooit een lagere temperatuur
berekent dan de hier ingestelde temperatuur.
Bij meerdere verwarmingssystemen kunnen voor elk
systeem afzonderlijke instellingen worden gemaakt.
SHB10
Fabrieksinstelling:
verwarming
verwarmingssysteem 1: 20
koeling (indien geactiveerd)
verwarmingssysteem 1: 18
BELANGRIJK
Voor actieve koeling moet de minimumtemperatuur
worden bepaald op basis van de temperatuur van het
verwarmingssysteem.
ADVIES
De waarde kan worden verhoogd als er bijvoorbeeld een kel-
der is die altijd verwarmd moet worden, zelfs in de zomer.
U kunt de waarden ook verhogen in het menu "Verwar-
ming uitschakelen" 4.9.2 "Auto modus inst.".
Menu 1.9.4 Ruimtesensor instellen
Hier kunt u de ruimtesensoren activeren die de ka-
mertemperatuur regelen.
AANDACHT
Verwarmingssystemen die langzaam warmte afgeven,
zoals vloerverwarming, kunnen moeilijk te regelen zijn
met de ruimtesensor van een warmtepomp.
Hier kunt u de factor (numerieke waarde) instellen die het
effect van de kamertemperatuur (verschil tussen de actu-
ele en de gewenste kamertemperatuur) op de aanvoer-
temperatuur van het verwarmingssysteem bepaalt, die
te hoog of te laag is. Een hogere waarde betekent een
hogere en snellere verandering in de verschuiving van de
verwarmingscurve. Voor meer informatie selecteert u " ? ".
BELANGRIJK
Een te hoge vooringestelde waarde voor de "systeem-
factor" kan (afhankelijk van het verwarmingssysteem)
leiden tot een onstabiele kamertemperatuur.
Fabrieksinstelling: uit
Hoofdstuk 9 |
Controle
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave