Inhoudsopgave
Advertenties
Als de fabrieksbegindruk in het membraanvat te laag
is, kan deze worden verhoogd door deze via het in-
gebouwde klep te vullen. Voer de begindruk van het
membraanvat in de checklist op pagina 5 in.
Elke verandering in de begindruk beïnvloedt het ver-
mogen van het membraanvat om de volumetoename
van het verwarmingsmedium op te vangen.
BELANGRIJK
De in deze installatie- en gebruiksaanwijzing gebruik-
te term "verwarmingssysteem" betekent een verwar-
mings- of koelsysteem dat wordt gevoed met warm
of koud koelmiddel uit de SHB10 unit voor verwarming
of koeling.
Buffervat
Voor een warmtepompinstallatie is een voldoende
volume aan verwarmingsmedium (ca. 10l/kW nomi-
naal warmtepompvermogen) en een minimale, onge-
stoorde doorstroming nodig.
Als er onvoldoende verwarmingsmedium in het sys-
teem aanwezig is, moet een extra buffervat worden
gebruikt om ervoor te zorgen dat het systeem vol-
doende capaciteit heeft, zie het hoofdstuk "Mini-
mumvolumes van het verwarmingssysteem".
Onvoldoende stroming in het cv-systeem veroorzaakt
een storing in het warmtepompsysteem en kan lei-
den tot productbeschadiging of -storing.
BELANGRIJK
Om een minimum aan ongestoorde doorstroming in
het verwarmingssysteem te bereiken, moeten pas-
sende hydraulische oplossingen (bijv. ontlastklep, hy-
draulische koppeling, parallelle buffer of open verwar-
mingscircuits) worden gebruikt. Let erop dat u altijd
de minimaal vereiste installatiestroom aanhoudt - zie
hoofdstuk "Minimale installatiestroom".
Minimaal volume van het verwarmings-
systeem
AMS 10
Minimaal volume van het ver-
warmingssysteem tijdens het
verwarmen/koelen
12
Hoofdstuk 4 |
Pijpaansluitingen
6
8
12
16
50l
80l
100l
150
SHB10
Advertenties
Inhoudsopgave
