nl Montagehandleiding
25.12 Verbind de bedieningsknop met de
verbindingskabels
Verbind alle bedieningsknoppen met de meegele-
1.
verde verbindingskabels.
De beide bussen op de bedieningsknop zijn iden-
tiek.
2.
Verifieer dat de stekkers in de bussen vastklikken.
Verbind de middelste bedieningsknop met één van
3.
de langere verbindingskabels.
Controleer na de montage of alle stekkerverbindin-
4.
gen goed zitten.
Buig om alle verbindingskabels na de montage te
5.
fixeren, de lipjes op de bevestigingsplaten om.
25.13 Verbind de verbindingskabel met het
apparaat
LET OP!
Hitte kan de verbindingskabel van het apparaat be-
schadigen.
Zorg ervoor dat de verbindingskabels geen hete
▶
plekken van de kookplaat of de bakoven aanraken.
Bouw een tussenschot in, zodat de verbindingska-
▶
bels na inbouw van de kookplaat niet langer toegan-
kelijk zijn.
Sluit de verbindingskabel van een willekeurige be-
1.
dieningsknop aan op de bus van het apparaat.
Zorg ervoor dat de stekker in de bus vastklikt.
2.
36
25.14 Apparaat inbouwen
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderde-
▶
len of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of ran-
▶
den in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of verande-
▶
ren.
Plaats het apparaat gelijkmatig in de meubeluitspa-
1.
ring.
Leid het netsnoer bij ondergebouwde bakoven bij
2.
de achterste hoeken van de bakoven naar het stop-
contact.
25.15 Stellen van het apparaat
1.
De meegeleverde bevestigingsklemmen aanbren-
gen en voorzichtig vastzetten.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
Stel de kookplaat met behulp van de bevestigings-
2.
klemmen gelijk met het werkvlak.