Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbevelingen Voor De Veiligheid; Gebruik In Noodgevallen; Handmatige Werking; Het Aandrijfmechanisme Ontgrendelen ( 29 ) - FAAC 422 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

10. GEBRUIKSAANWIJZING
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur/constructeur van
de machine om de instructies voor gebruik van de automatisering
op te stellen in naleving van de Machinerichtlijn, en om daarbij alle
informatie en nodige waarschuwingen op te nemen om basis van de
kenmerken van de automatisering.
Op louter indicatieve wijze, te beschouwen als niet-exhaustief, vindt
u hierna de richtlijnen die de installateur helpen bij de opstelling van
de gebruiksinstructies.
!
De installateur moet de EG-verklaring, het register van de installatie met het
onderhoudsplan en de instructies voor gebruik van de automatisering aan de
eigenaar/bediener van de automatisering overhandigen.
De installateur moet de eigenaar/bediener informeren dat er eventuele blij-
vende risico's aanwezig zijn, hij moet informatie verschaffen over het beoogde
gebruik en over de manieren waarop de machine niet mag worden gebruikt.
De eigenaar is verantwoordelijk voor de bediening van de automatisering
en moet:
- alle gebruiksinstructies ontvangen van de installateur/onderhoudstechnicus
en aanbevelingen voor de veiligheid naleven
- de gebruiksinstructies bewaren
- het onderhoudsplan laten uitvoeren
- het register van de installatie bewaren, die door de onderhoudstechnicus
moet worden ingevuld op het einde van alle onderhoud

10.1 AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID

422 is bestemd voor installatie op poorten in zones die toegankelijk
zijn voor personen en met het hoofddoel om toegang te verschaffen
voor goederen, voertuigen en personen.
De gebruiker moet in een goede lichamelijke en geestelijke conditie
verkeren en zich bewust en verantwoordelijk zijn van de gevaren die
het gebruik van het product kan veroorzaken.
!
- Tijdens de beweging niet in het actiebereik van het automatiseringssysteem
door bewegen en/of verblijven.
- Het automatiseringssysteem niet gebruiken wanneer personen, dieren of
voorwerpen aanwezig zijn in het actiebereik.
- Zorg ervoor dat kinderen het actiebereik van het automatiseringssysteem
niet benaderen of in de nabijheid ervan spelen.
- De beweging van het automatiseringssysteem niet proberen tegen te houden.
- Niet op de vleugel klimmen, deze vastpakken of zich erdoor laten voortslepen.
- Zorg ervoor dat de bedieningselementen niet gebruikt worden door niet-
uitdrukkelijk bevoegde en geïnstrueerde personen.
- Zorg ervoor dat de bedieningselementen niet gebruikt worden door kinderen
of personen met beperkte lichamelijke en geestelijke vermogens, tenzij ze onder
toezicht staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke volwassene.
- Gebruik het automatiseringssysteem niet wanneer er met de afneembare
en/of vaste afschermingen geknoeid is of deze verwijderd zijn.
- Gebruik het automatiseringssysteem niet in geval van defecten/geknoei die
de veiligheid in gevaar kunnen brengen.
- Plaats de automatisering niet bloot aan chemische producten of agressieve
omgevingsomstandigheden; stel het aandrijfmechanisme niet bloot aan
directe waterstralen, ongeacht het soort en de afmeting.
- Stel het automatiseringssysteem niet bloot aan ontvlambare gassen of rook.
- Voer geen ingrepen uit op de onderdelen van het automatiseringssysteem.

10.2 GEBRUIK IN NOODGEVALLEN

Het optreden van fenomenen in de omgeving, zelfs occasioneel, zoals
ijs, sneeuw of felle wind, kan de correcte werking van de automati-
sering en de intacte staat van de componenten benadelen, en een
potentiële bron voor gevaar worden.
In mogelijk afwijkende omstandigheden, noodgevallen of storingen
moet de elektrische voeding van het automatiseringssysteem worden
onderbroken. Wanneer het mogelijk is om de vleugel onder veilige
omstandigheden handmatig te verplaatsen, moet de HANDMATIGE
422
WERKING gebruikt worden; anders moet het automatiseringssysteem
buiten bedrijf blijven tot aan de reset/de reparatie.
In geval van storingen moet de reset/reparatie van het automatise-
ringssysteem uitsluitend door de installateur/onderhoudstechnicus
worden uitgevoerd.

10.3 HANDMATIGE WERKING

Om de vleugel met de hand te bewegen, moet het aandrijfmecha-
nisme met de geleverde sleutel ontgrendeld worden.
!
Voordat het aandrijfmechanisme wordt ontgrendeld, moet de elektrische
voeding van het automatiseringssysteem worden losgekoppeld.
Begeleid de vleugel tijdens de handmatige beweging langzaam en over de
gehele slag. De vleugel niet in een vrijlopende beweging duwen.
Laat het aandrijfmechanisme niet ontgrendeld: na het uitvoeren van de
handmatige verplaatsing moet de werking hersteld worden.
HET AANDRIJFMECHANISME ONTGRENDELEN ( 29 )
1. Open het beschermplaatje van het slot.
2. Steek de sleutel in het slot en draai hem 90° rechtsom.
3. Open het ontgrendelingsdeksel.
4. Draai de handgreep helemaal linksom zonder te forceren (onge-
veer twee volledige draaien). Voer de handmatige beweging uit.
DE WERKING HERSTELLEN ( 3 0 )
1. Draai de handgreep helemaal rechtsom.
2. Sluit het ontgrendelingsdeksel.
3. Draai de sleutel 90° rechtsom en verwijder hem.
4. Sluit het beschermplaatje van het slot.
Het aandrijfmechanisme ontgrendelen
90°
Herstel van de werking
20
90°
732870 - Rev.C
 2 9
 30

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave