Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie-Eisen; Mechanische Eisen; Elektrische Installatie - FAAC 422 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4. INSTALLATIE-EISEN

4.1 MECHANISCHE EISEN

De mechanische constructie-elementen moeten voldoen aan de
voorschriften van de norm EN 12604. Controleer, voorafgaand
aan de installatie van het automatiseringssysteem, of wordt voldaan
aan de mechanische voorwaarden en voer de handelingen uit die
noodzakelijk zijn om dit te bereiken.
De noodzakelijke mechanische voorwaarden zijn:
!
Een horizontale en vlakke vloer in het bewegingsgebied van de vleugel.
Een stevige en stabiele structuur (pilaren, scharnieren, vleugels), zonder gevaar op
losraken of verzakken (neem het gewicht van de vleugel, de door de aandrijving
ontwikkelde krachten en de invloed van de wind in overweging). Voer, indien
nodig, een structurele berekening uit.
Geen sporen van roest op of barsten in de structuur.
Scharnieren in goede staat, gesmeerd, zonder speling of wrijving.
Een perfect verticale vleugel op elk punt van de beweging, met een gelijkmatige
en regelmatige verplaatsing, zonder wrijvingen.
De aanwezigheid van gepaste voorzieningen voor valbescherming van de vleugel.
De aanwezigheid van externe mechanische aanslagen die de beweging van de
vleugel tijdens de opening en sluiting beperken. De aanslagen moeten een
geschikte afmeting hebben en stevig bevestigd zijn om te kunnen weerstaan
aan een eventuele botsing van de vleugel, ook in het geval van een oneigenlijk
gebruik (wanneer de vleugel met de hand in een vrijlopende beweging wordt
geduwd). De drempels en uitstekende delen van de vloer moeten op geschikte
wijze gevormd zijn of gesignaleerd worden om slip- of struikelgevaar uit te sluiten.
De aanwezigheid van een veiligheidsmarge tussen de muur (of een ander vast
element) en het meest uitstekende deel van de geopende vleugel die voldoende
bescherming biedt tegen het risico op verplettering/beknelling van de perso-
nen. Controleer anders of de kracht tijdens de opening binnen de maximale
drempelwaarden van de van kracht zijnde norm valt.
De aanwezigheid van veiligheidsmarges tussen vaste en beweegbare delen die
voldoende bescherming bieden tegen het risico op meesleuring van de han-
den. Breng anders beveiligingen aan die voorkomen dat de vingers in de ruimtes
gestoken kunnen worden.
De aanwezigheid van een veiligheidsmarge tussen de vloer en de onderste rand van
de vleugel, over de gehele lengte van diens verplaatsing, die voldoende bescherming
biedt tegen het risico op meesleuring van de voeten. Breng anders beveiligingen
aan die voorkomen dat de voeten in de ruimtes gestoken kunnen worden.
De afwezigheid van scherpe randen en uitstekende delen, om gevaar op (snij-)
wonden te voorkomen. Verwijder of beveilig anders de scherpe randen en
uitstekende delen op gepaste wijze.
Raadpleeg de norm EN 349 voor de definitie van de minimumafstanden om het
pletten van lichaamsdelen te voorkomen. Raadpleeg de norm EN ISO 13857
voor de definitie van de veiligheidsafstanden om te voorkomen dat gevaarlijke
zones bereikt kunnen worden.
422

4.2 ELEKTRISCHE INSTALLATIE

F
Voorafgaand op elk type ingreep moet de stroomvoorziening worden losgekop-
peld. In geval de scheidingsschakelaar niet zichtbaar is, moet een bord worden
aangebracht met het opschrift "OPGELET - Onderhoud in uitvoering".
!
Het elektrische systeem moet voldoen aan de normen van kracht in het land
van installatie.
Gebruik componenten en materialen voorzien van een CE-markering en die
overeenstemmen met de Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU en de EMC-richtlijn
2014/30/EU.
Het elektrische voedingsnet van het automatiseringssysteem moet voorzien zijn
van een meerpolige installatieautomaat met een geschikte uitschakeldrempel
en een opening tussen de contacten gelijk aan of groter dan 3 mm, die de
scheiding verricht volgens de geldende normen.
Het elektrische voedingsnet van het automatiseringssysteem moet voorzien zijn
van een differentiaalschakelaar met een drempel van 0,03 A.
De metalen massa van de structuur moet geaard zijn.
Controleer of de aarding van het systeem voldoet aan de normen die van kracht
zijn in het land van installatie.
De elektrische kabels van het automatiseringssysteem moeten qua afmetingen
en isolatieklasse voldoen aan de van kracht zijnde normen, moeten geïnstalleerd
worden in geschikte buizen of slangen, extern of verzonken.
Gebruik afzonderlijke buizen voor de kabels met netspanning en voor de verbin-
dingskabels van de bedieningsinrichtingen/accessoires op 12-24 V.
Controleer, op de tekeningen van de verzonken kabels, dat er geen sprake is van
elektriciteitskabels in de nabijheid van punten waar gegraven of geboord moet
worden, om elektrocutiegevaar te voorkomen.
Controleer dat er geen leidingen aanwezig zijn in de nabijheid van punten waar
gegraven of geboord moet worden.
De externe besturingskaart moet geplaatst worden in een houder met een
minimale beschermingsklasse IP-44, voorzien van een slot of een andere vo-
orziening die de toegang van onbevoegde personen verhindert. De houder
moet geplaatst worden in een altijd toegankelijke en ongevaarlijke zone, op
een hoogte van ten minste 30 cm vanaf de vloer. De kabeluitgangen moeten
naar beneden gericht zijn.
De buisverbindingen en de kabeldoorgangen moeten het binnendringen van
vocht, insecten en kleine dieren belemmeren.
Bescherm de hechtzones van verlengingen met behulp van aftakdozen met
beschermingsklasse IP-67 of hoger.
Het is raadzaam om op een zichtbare plek een zwaailicht te installeren voor het
signaleren van de beweging.
De bedieningsinrichtingen moeten geplaatst worden in voor de gebruiker altijd
toegankelijke en ongevaarlijke zones. Het is raadzaam om de bedieningsinrich-
tingen binnen het gezichtsveld van het automatiseringssysteem te plaatsen.
Een eventueel geïnstalleerde noodstopknop moet voldoen aan de norm
EN13850.
Neem de volgende hoogtes vanaf de vloer in acht:
- bedieningsinrichtingen = minimaal 150 cm
- noodstopknoppen = maximaal 120 cm
Wanneer de handmatige bedieningsinrichtingen bestemd zijn voor minder-va-
lide personen, moeten ze gemarkeerd worden met specifieke pictogrammen en
moet gecontroleerd worden of ze voor de genoemde gebruikers bereikbaar zijn.
10
732870 - Rev.C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave