DCN Next Generation
11. Hogetonenknop voor hoofdtelefoon - Past het niveau van de hoge tonen aan van het
12. Lagetonenknop voor hoofdtelefoon - Past het niveau van de lage tonen aan van het
13. Volumeknop voor hoofdtelefoon - Past het volumeniveau van het signaal aan dat naar de
14. Luidsprekervolumeknop - Past het volumeniveau van het signaal aan dat naar de
15. Luidspreker - De luidspreker staat alleen aan als de microfoons van alle tolkenposten in
16. Knop Vloertaal/automatische doorgifte - Stelt de bron van de vertaling in.
17. Microfoonknop - Schakelt de microfoon in of uit. The microfoonknop is voorzien van een
18. Dempingsknop - Schakelt de microfoon tijdelijk uit.
19. Help-knop - Voor help-signalering. Afhankelijk van het systeem stuurt de tolk een signaal
20. Knop Langzamer spreken - Voor langzamer spreken-signalering. Afhankelijk van het
21. Intercomknop (voorzitter) - Opent een intercomkanaal naar de voorzitter.
22. Hoofdtelefoonaansluiting (6,3 mm) - Verbindt de hoofdtelefoon met een 6,3 mm stekker
23. Headsetaansluiting - Verbindt een headset met de tolkenpost.
24. Hoofdtelefoonaansluiting (3,5 mm) - Verbindt de hoofdtelefoon met een 3,5 mm stekker
Bericht!
De tolkenpost is voorzien van bobbeltjes waarmee ook tolken met een visuele handicap de
Micro-, dempings- en c-knoppen kunnen vinden.
25. DCN-kabel - Verbindt de tolkenpost met het DCN.
26. Aansluiting externe apparatuur - Verbindt een cabine-on-air indicator of apparaat dat de
27. DCN-aansluiting - Maakt een doorlusverbinding in het DCN met de tolkenpost.
Bosch Security Systems B.V.
signaal dat naar de koptelefoon wordt gestuurd.
signaal dat naar de hoofdtelefoon wordt gestuurd.
hoofdtelefoon wordt gezonden.
luidspreker van de tolkenpost wordt gezonden.
de betreffende tolkencabine uit zijn.
rode LED, die gaat branden als de microfoon is ingeschakeld.
naar een DCN-DDB Datadistributieprint om een aangesloten indicator te activeren, of naar
de DCN-SW Conferentiesoftware. Als een DCN-DDB wordt gebruikt blijft de
verbindingsindicator actief zo lang de tolk de help-knop ingedrukt houdt. Als de DCN-SW
Conferentiesoftware wordt gebruikt, dient de softwaremodule DCN-SWSMD actief te zijn;
het signaal blijft actief totdat het is geaccepteerd en wordt verwerkt in de software. De
help-signalering wordt ook geregistreerd door de DCN-SW Conferentiesoftware en kan
naar andere systemen verzonden worden met behulp van de DCN-SWSMD.
systeem stuurt de tolk een signaal naar een DCN-DDB Datadistributieprint om een
aangesloten indicator te activeren, of naar de DCN-SW Conferentiesoftware. Als een DCN-
DDB wordt gebruikt blijft de verbindingsindicator actief zolang de tolk de knop
Langzamer spreken ingedrukt houdt. Als de DCN-SW Conferentiesoftware gebruikt wordt,
dan moeten de softwaremodules DCN-SWSMD en DCN-SWSI actief blijven; het signaal
wordt actief bij het indrukken van de toets en blijft actief gedurende maximaal 30
seconden (te wijzigen in DCN-SW) nadat de toets wordt losgelaten. Het getal in het DCN-
SW pictogram geeft weer hoeveel tolken tegelijkertijd op de knop Langerzamer spreken
gedrukt hebben. Langzaam spreken zal niet geregistreerd worden door de DCN-SW
Conferentiesoftware en kan niet naar andere systemen worden verzonden met behulp van
de DCN-SWSMD.
met de tolkenpost.
met de tolkenpost.
telefoon en intercom-LED's aanstuurt met de tolkenpost.
Instructiehandleiding
Systeemoverzicht | nl
53
2018.08 | V2.3 |