82
nl | Planning
Bericht!
Als slechts één van de optische netwerkaansluitingen overbelast is, branden de twee
overbelastings-LED's en wordt de voeding van beide aansluitingen weggenomen.
4.2.5
Bekabeling
De apparaten die via het optische netwerk communiceren, zijn voorzien van twee
netwerkaansluitingen voor een doorlusverbinding. Zorg ervoor dat het optische netwerk een
volledig gesloten ring vormt, om het systeem redundant te maken in geval van storing in het
optische netwerk.
De standaard optische netwerkkabels (LBB4416) zijn optische kunststofvezelkabels (POF) en
hebben een max. lengte van 50 m. Voor langere afstanden moeten glasvezelkabels (GOF)
worden gebruikt.
Bericht!
De beide optische netwerkconnectoren op de apparaten zijn gelijk. Het maakt niet uit of de
rechter of de linker wordt gebruikt.
4.2.6
Lengte van optische kabel
Door de optische demping bedraagt de maximumlengte van optische netwerkkabels
(LBB4416) 50 m. U kunt GOF- en vezelinterfaces gebruiken om de afstand tussen apparaten te
vergroten tot meer dan 50 m en minder dan 1500 m (zie PRS-FINNA Vezelinterface, pagina 60).
De totale lengte van de gebruikte optische kunststofvezelkabel plus de glasvezelkabel plus de
equivalente kabellengte van de gebruikte apparaten mag niet meer dan 2090 meter bedragen.
Voorbeeld (de equivalente kabellengte staat tussen haakjes achter elk apparaat); aan één zijde
van het gebouw worden een centrale besturingseenheid (24) en een audio-expander (18)
gebruikt. Aan de andere zijde van het gebouw worden een centrale besturingseenheid (24),
audio-expander (18) en een 8-kanaals Integrus zender (24) gebruikt. Beide zijden worden met
elkaar verbonden in een redundante lusconfiguratie met behulp van PRS-FINA (2 x 2 x 16). Om
alle apparatuur aan beide zijden aan te sluiten, worden 7 POF-kabels van elk 2 m lang
gebruikt. De maximale totale lengte van de GOF-kabels bedraagt 1904 meter.
Berekening; 2090 – (24 + 18 + 24 + 18 + 24 + 64 + 14) = 1904.
Bericht!
Als de afstand tussen twee apparaten minder is dan 100 m, plaats dan een netwerksplitter
tussen apparaten om geen gebruik van vezelinterfaces te hoeven maken. Gebruik in dit geval
alleen de trunkaansluitingen van de netwerksplitter.
2018.08 | V2.3 |
Instructiehandleiding
DCN Next Generation
Bosch Security Systems B.V.