Montagerichtlijnen
Een niet-ingebouwd toestel kan kan-
telen!
Opstelplaats
Kies geen opstelplaats vlak naast een
fornuis, een verwarming of in de omge-
ving van een venster met directe inval
van zonnestralen. Hoe hoger de omge-
vingstemperatuur, hoe langer de com-
pressor moet werken, waardoor er
meer stroom wordt verbruikt.
Een droge, ventileerbare ruimte is het
meest geschikt.
30
Klimaatklasse
Het toestel is geconstrueerd voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
kamertemperatuur) waarvan de onder-
en bovengrens moeten worden
gerespecteerd. De klimaatklasse is ver-
meld op het typeplaatje aan de binnen-
zijde van het toestel.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de
compressor gedurende lange tijd niet
werkt. Dit kan tot te hoge temperaturen
in het toestel leiden, zodat de levens-
middelen eventueel zelfs beginnen te
ontdooien!
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht aan de achterkant van het toe-
stel wordt opgewarmd. Voor de koeling
van het toestel is het zeer belangrijk dat
het inbouwmeubel zo geconstrueerd is
dat de luchtafvoer en luchttoevoer niet
worden gehinderd.
De luchttoevoer en luchtafvoer van
het toestel verlopen via de sokkel
van het toestel. U mag deze niet af-
dekken.
Ook moet u regelmatig de
luchttoevoer- en luchtafvoerope-
ningen reinigen om stof te verwij-
deren.
Kamertemperatuur
van +10 ? tot +32 ?
van +16 ? tot +32 ?
van +16 ? tot +38 ?
van +16 ? tot +43 ?