13 Installatie van de leidingen
(a)
Voor de aansluiting van de leidingen kunnen verloopstukken
vereist zijn (lokaal te voorzien).
Leidingmaat van dichtgedraaide leidingen voor
veiligheidskleppen
Leidingtype
Vloeistofzijde
13.1.5
Koelmiddelaftaksets selecteren
Gebruik altijd K65 T-stukken met de juiste ontwerpdruk voor het
aftakken van koelmiddel.
13.1.6
Expansiekleppen voor koeling selecteren
Het systeem regelt de vloeistoftemperatuur en -druk. Selecteer de
expansiekleppen
zoals
aangeven
omstandigheden en de ontwerpdruk.
Nominale omstandigheden
De
volgende
nominale
omstandigheden
vloeistofleiding aan de uitlaat van de buitenunit. Zij zijn gebaseerd
op
een
omgevingstemperatuur
verdampingstemperatuur van –10°C of –35°C.
Koelvitrines of koelblazers rechtstreeks aangesloten
Vloeistoftemperatuur
Vloeistofdruk
Koelmiddeltoestand
capacity up unit aangesloten tussen buitenunit en koelvitrines
of koelblazers
Vloeistoftemperatuur (aan uitlaat
van capacity up unit)
Vloeistofdruk (aan uitlaat van
capacity up unit)
Koelmiddeltoestand (aan uitlaat
van capacity up unit)
Ontwerpdruk
Alle onderdelen moeten voldoen aan de volgende ontwerpdruk:
1
A
A
A
3
A
4
B
B
B
A
Vloeistofleiding (koelingzijde): 90 barg
B
Gasleiding (koelingzijde): afhankelijk van ontwerpdruk
van koelvitrine en koelblazer. Bijvoorbeeld 60 barg
1
Capacity up unit (LRNUN5*)
2
Buitenunit (LREN*)
3
Binnenunit (koelvitrine)
4
Binnenunit (koelblazer)
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
24
Dikte (mm)
Ø19,1×t2,0
volgens
de
nominale
gelden
voor
de
van
32°C
en
een
Verdampingstemperatuur
–10°C
–35°C
25°C
12°C
6,8 MPa
6,8 MPa
Onderkoelde vloeistof
15°C
4°C
6,8 MPa
6,8 MPa
Onderkoelde vloeistof
2
13.2
Gebruik van afsluiters en
servicepoorten
WAARSCHUWING
Wanneer de afsluiters tijdens servicewerkzaamheden
worden gesloten, stijgt de druk in het gesloten circuit door
de hoge omgevingstemperatuur. Houd de druk onder de
ontwerpdruk.
13.2.1
Omgaan met de afsluiter
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
▪ De gas- en vloeistofafsluiter zijn in de fabriek gesloten.
▪ Houd alle afsluiters open tijdens de werking.
▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de afsluiter. Anders kan de
afsluiter afbreken.
Afsluiter openen
1 Verwijder het klepdeksel.
2 Draai linksom om de klep te openen.
90°
Resultaat: De klep is volledig open:
a
a
Naar buitenunit
b
Naar binnenunit
Afsluiter sluiten
1 Draai rechtsom om de klep te sluiten.
2 Draai het klepdeksel op de klep.
90°
Resultaat: De klep is volledig gesloten:
a
a
Naar buitenunit
b
Naar binnenunit
13.2.2
Aanhaalmomenten
Afmeting
Aanhaalmoment (N•m) (rechtsom draaien om te
afsluiter
(mm)
Schacht – klepdeksel
Ø22,2
b
b
sluiten)
50~55
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704141-1B – 2022.12