b
b
a
Binnenunit koeling
b
Stroomrichting in koelmiddelaanzuigleiding
Stijgleiding installeren
Als de buitenunit lager dan de binnenunit voor koeling is
geïnstalleerd, moet de stijgleiding dicht bij de binnenunit worden
geïnstalleerd. Wanneer de compressor van de buitenunit begint te
draaien, voorkomt een correct geïnstalleerde stijgleiding dat vloeistof
terugstroomt naar de buitenunit.
b
a
c
a
Binnenunit koeling
b
Stijgleiding dicht bij de binnenunit (vloeistofleiding)
c
Olieafscheider
13.1.4
Leidingmaat selecteren
Bepaal de juiste maat aan de hand van de volgende tabellen en de
afbeelding (alleen als referentie).
1
D
E
F
H3
3
3
H2
f
e
d
1
Capacity up unit (LRNUN5*)
2
Buitenunit (LREN*)
3
Binnenunit (koelvitrine)
4
Binnenunit (koelblazer)
A~J
Vloeistofleiding
a~g
Gasleiding
H1~H3
Hoogteverschil
LREN8~12A7 + LRNUN5A7
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704141-1B – 2022.12
a
a
2
A
B
C
H3
G
4
b
J
4
H1
g
j
c
a
13 Installatie van de leidingen
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
▪ Bereken de hoeveelheid koelmiddel zoals beschreven in
"15.2 Hoeveelheid koelmiddel
Leidingmaat tussen buitenunit en eerste aftakking
Model
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Vloeistofzijde
LREN8*
Ø15,9×t1,05
LREN10*
Ø15,9×t1,05
LREN12*
Ø15,9×t1,05
(a)
Voor koelleiding (A, B, a, b).
(b)
Voor beperkingen voor lage belasting, zie 'Beperkingen voor
koeling' in de uitgebreide handleiding voor de installateur en de
gebruiker.
Leidingmaat tussen aftakkingsdelen of tussen
eerste en tweede aftakking
Capaciteitsind
Leidingmaat
ex binnenunit
(buitendiamete
(kW)
r) (mm)
Vloeistofleiding voor middelmatige temperatuur en lage
temperatuur
x≤3,0
Ø6,4×t0,8
3,0<x≤10,0
Ø9,5×t0,65
10,0<x≤18,0
Ø12,7×t0,85
18,0<x
Ø15,9×t1,05
Gasleiding voor middelmatige temperatuur
x≤6,5
Ø9,5×t0, 56
6,5<x≤14,0
Ø12,7×t0,85
14,0<x≤19,0
Ø15,9×t1,05
19,0<x≤23,0
Ø19,1×t1,30
23,0<x
Ø22,2×t1,50
Gasleiding voor lage temperatuur
x≤3,0
Ø9,5×t0,65
3,0<x≤6,0
Ø12,7×t0,85
6,0<x≤10,0
Ø15,9×t1,05
10,0<x≤13,0
Ø19,1×t1,30
13,0<x
Ø22,2×t1,50
(a)
Leiding tussen aftakkingsdelen (C, D, c, d)
Leidingmaat van aftakking naar binnenunit
Vloeistof- en gasleiding: buitendiameter
Dezelfde maat als C, D, c, d.
Als de leidingmaten van de binnenunits verschillen, sluit u een
verloopstuk stuk aan dicht bij de binnenunit om leidingen met een
verschillende maat aan te sluiten.
(a)
Leiding van aftakking naar binnenunit (C, D, E; c; d; e)
Leidingmaat van dichtgedraaide leidingen met
afsluiters
(a)
Vloeistofzijde
Ø15,9×t2,0
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
bepalen" [ 4 39].
(a)
K65
(b)
(b)
Gaszijde
Ø19,1×t1,30
Ø19,1×t1,30
Ø22,2×t1,50
Materiaal leidingen
(a)
C1220T–O
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
(a)
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
(a)
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
K65 en gelijkwaardige leiding
(a)
(a)
Gaszijde
Ø22,2×t2,1
23