6.3
Tijdschema´s
Met behulp van de planner kunnen enkele acties van de ABUS draadloze
alarminstallaties automatisch worden uitgevoerd. Hiervoor bepaalt u eenvoudig een tijd
waarop het systeem een van de volgende functies automatisch uitvoert.
•
Automatisch Inschakelen/Uitschakelen van het systeem
•
Automatische activiering van uitgangen
•
Uitschakelen door een gebruiker verhinderen
U kunt maximaal 16 planningsprogramma's instellen.
Voor uw instellingen kunt u de tabel in de appendix gebruiken (hoofdstuk 9.3).
6.3.1 Automatisch Inschakelen/Uitschakelen
Het programma voor het automatisch activeren/deactiveren schakelt uw systeem op de
door u bepaalde tijden scherp of onscherp.
Wanneer u dit planningsprogramma kiest, moet u de volgende parameters vastleggen:
Partitie, activeringsmodus (extern/intern), tijd (van/tot) en benaming (naam voor
het planningsprogramma).
U kunt hiermee per dag twee perioden programmeren waarin uw systeem actief (scherp)
of inactief (onscherp) is.
Ook terwijl het programma voor het automatische activeren/deactiveren van het systeem
actief is, worden aankondigingen weergegeven. Als de countdown begint, wordt de
volgende melding weergegeven:
"Het alarmsysteem is automatisch aan het Inschakelen, Verlaat nu de ruimte".
Voor het definiëren van een automatisch inschakel/uitschakel-schema moet U:
1.
In het gebruikersmenu drukt u op [6] voor Tijdfuncties.
2.
Voer nu uw gebruikers-PIN in en druk op de toets
3.
Kies [5] voor Tijdschema.
4.
Kies het programmanummer (1 - 6) dat u wilt vastleggen.
5.
Kies [1] voor In/Uitschak.
6.
Volg nu de aanwijzigen op de LCD display. Deze leiden u door de volgende
stappen voor de programmering.
OPMERKING:
1.
Als u dezelfde intervallen voor elke dag van de week wilt programmeren,
kunt u [8] voor Alles kiezen.
2.
Bij het definiëren van de deelgebieden die u wilt activeren: blader met de
toetsen
3.
Druk op de toets
4.
Laat de tijd op 00:00 staan als u het automatisch activeren / deactiveren
voor het huidige interval niet wilt instellen.
naar het gewenste deelgebied (1,2,3).
, om J in te voeren resp. om J te wissen.
.
35