Montage-instructies
Klimaatklasse
Het apparaat is bestemd voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse
wordt vermeld op het typeplaatje in het
apparaat.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het apparaat leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
76
Kamertempera-
tuur
+10 tot +32 °C
+16 tot +32 °C
+16 tot +38 °C
+16 tot +43 °C
Luchttoevoer en luchtafvoer
Voor de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen moeten de genoem-
de afmetingen aangehouden worden.
Anders slaat de compressor vaker
gedurende steeds langere tijd aan.
Daardoor stijgen het energieverbruik
en de temperatuur van de compres-
sor. Deze kan beschadigd raken.
Houd dus beslist de aangegeven af-
metingen voor de luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen aan.
De lucht bij de achterwand van het ap-
paraat wordt warm. Daarom moet de
meubelombouw zodanig zijn geconstru-
eerd dat een goede luchttoevoer en
luchtafvoer gewaarborgd zijn. Zie
hoofdstuk: "Inbouwmaten".
– De lucht wordt via de sokkel toege-
voerd en bovenaan aan de ach-
terkant afgevoerd .