Het apparaat bedienen
U bedient dit apparaat door de sensor-
toetsen aan te raken.
Iedere keer wanneer u een sensortoets
aantipt, klinkt er een signaal. Dit toets-
signaal kunt u uitschakelen. Zie hoofd-
stuk: "Het wijzigen van instellingen",
paragraaf: "Geluidssignalen".
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat elektrisch is aange-
sloten, verschijnt na korte tijd in het dis-
play symbool voor de elektrische
aansluiting.
Tip de Aan/Uit – toets aan.
Symbool voor de elektrische aan-
sluiting gaat uit en het apparaat begint
te koelen.
In het bedieningspaneel verschijnen de
sensortoetsen van de koudezones
waaruit kan worden gekozen:
De sensortoets van de koelzone licht
geel op en in het display verschijnt de
temperatuur die in de koelzone heerst.
Het apparaat in- en uitschakelen
Wanneer de deur van het apparaat
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan en wordt de LED-verlichting
van de plateaus steeds sterker, totdat
de maximale lichtsterkte is bereikt.
Wanneer het apparaat voor het eerst in
gebruik wordt genomen, knipperen de
sensortoetsen van de diepvrieszone en
van alarmsymbool , totdat de inge-
stelde temperatuur bereikt is.
Zodra de temperatuur die voor de diep-
vrieszone is ingesteld, is bereikt, brandt
de sensortoets van de diepvrieszone
constant en gaat alarmsymbool uit.
Voordat u voor de eerste keer le-
vensmiddelen in het apparaat legt,
kunt u het apparaat het beste een
paar uur laten voorkoelen. Leg de le-
vensmiddelen pas in de diepvrieszo-
ne wanneer de temperatuur in deze
zone laag genoeg is (minstens
-18 °C).
21