Opnamemodi
Tips voor scherpere foto's
De camera goed vasthouden
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en
Druk de [Ontspanknop] half in en
stel het beeld scherp. Het beeld
stel het beeld scherp. Het beeld
wordt automatisch scherpgesteld
wordt automatisch scherpgesteld
en de belichting wordt automatisch
en de belichting wordt automatisch
aangepast, of de flitser springt
aangepast, of de flitser springt
automatisch omhoog als dit nodig is.
automatisch omhoog als dit nodig is.
Zorg dat uw vingers
Zorg dat uw vingers
zich niet voor de lens
zich niet voor de lens
bevinden.
bevinden.
De diafragmawaarde en sluitertijd
De diafragmawaarde en sluitertijd
worden automatisch ingesteld.
worden automatisch ingesteld.
Autofocuskader
Autofocuskader
•
•
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u de
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u de
[Ontspanknop] in om de foto te nemen.
[Ontspanknop] in om de foto te nemen.
•
•
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
aan en drukt u de [Ontspanknop] weer half in..
aan en drukt u de [Ontspanknop] weer half in..
Geavanceerde functies
Bewegingsonscherpte verminderen
•
•
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation)
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 18)
reduceren. (pag. 18)
Selecteer de modus 7 om de
Selecteer de modus 7 om de
•
•
bewegingsonscherpte zowel optisch als
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 21)
digitaal te reduceren. (pag. 21)
Wanneer
wordt weergegeven
Stel de flitsoptie bij opnemen
Stel de flitsoptie bij opnemen
in het donker niet in op LANG.
in het donker niet in op LANG.
SYNC of UIT. Het diafragma
SYNC of UIT. Het diafragma
blijft in dat geval langer open, en
blijft in dat geval langer open, en
de camera is wellicht moeilijker
de camera is wellicht moeilijker
stil te houden.
stil te houden.
•
•
Gebruik een statief of stel de
Gebruik een statief of stel de
flitsfunctie in op INVULLEN.
flitsfunctie in op INVULLEN.
(pag. 33)
(pag. 33)
Bewegingsonscherpte
Bewegingsonscherpte
•
•
Stel een hogere ISO-waarde
Stel een hogere ISO-waarde
in. (pag. 35)
in. (pag. 35)
26