n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het
vooringestelde diafragma en de sluitertijd
wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet
programmawisseling.
Met deze functie maakt u de achtergrond
vager (door het diafragma te verkleinen) of
legt u het bewegende onderwerp
dynamischer vast (door een langzame
sluitertijd in te stellen) in de modus
Program AE.
• Terwijl het diafragma en de sluitertijd
worden getoond op het LCD-scherm
(circa 10 seconden), beweegt u de
joystick om programmawisseling te
activeren.
(bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op [AF])
F2.8 1/30
• r: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF] of [AFw] (P84)
• w: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[MF] (P81)
F3.2 1/30
1
• Als programmawisseling is ingeschakeld,
wordt de aanduiding programmawisseling
weergegeven op het scherm.
1
32
VQT0S25
Opnames maken (basis)
19
of
19
n Voorbeeld van programmawisseling
2
3
4
5
6
2
2.8
(A)
4
5.6
8
1
1 / 2
1 / 4
1 / 8
1 / 15 1 / 30 1 / 60 1 / 125 1 / 250 1 / 500 1 / 1000 1 / 2000
(A): Diafragmagetal
(B): Sluitertijd
• Als de belichting onvoldoende is wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt,
wordt de sluitertijd rood aangegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken
na het ingaan van de
programmawisseling, wordt de status
voor het activeren van de
programmawisseling geannuleerd en
keert terug naar de modus Program AE.
De instelling wordt echter wel bewaard in
programmawisseling.
• Programmawisseling wordt geannuleerd
als de camera uitgaat.
• Programmawisseling werkt soms niet
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
7
8
9
10
11
12
13
14
(B)
(Ev)