n Jitter (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop
indrukt.
• De jitter-waarschuwing
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
F2.8 1/8
• Let vooral extra op als de jitter-
waarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op P30, of gebruik een statief voor de
beste resultaten. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto's neemt met de camera op zijn
kant (verticaal), wordt de informatie over
het roteren automatisch toegevoegd en
opgeslagen bij de foto's.
Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op
[ON], kunt u de foto's op het scherm of de
tv roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto's.
• Als u foto's neemt met de camera op zijn
kant, lees dan "Juiste houding voor het
nemen van foto's"op P30 goed door.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto's die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP
ANIM.].
Opnames maken (basis)
verschijnt bij
1
1
n Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt bij
onvoldoende belichting, worden de
aanduidingen voor diafragma en sluitertijd
rood. (Het diafragma en de sluitertijd
worden echter niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de opnames. Zelfs al
ziet het onderwerp er op het scherm
donker uit, kan de eigenlijke foto toch
helder zijn.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm
helder zijn (bijv. blauwe hemel op een
onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de
opname soms donker. Compenseer in dat
geval de belichtingswaarde op de camera.
(P43)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• We raden u aan de klok opnieuw in te
stellen voor het nemen van foto's. (P20)
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt
ingesteld (P22), schakelt de camera
automatisch uit indien hij binnen de
ingestelde tijd niet wordt bediend.
Gebruikt u de camera weer, druk de
ontspanknop dan half in of zet de camera
uit en aan.
• Als de afstand tussen de camera en het
onderwerp buiten het vastlegbare bereik
valt, kan het voorkomen dat de foto niet
scherp is ook al brandt het focuslampje.
31
VQT0S25