Opmerking Als u een infusieset met een zachte canule
gebruikt, dient u, nadat u de inbrengnaald (gelei-
dingsnaald) heeft verwijderd, eerst een bolus
toedienen om de lucht in de canulebehuizing te
vervangen; volg hierbij de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de door u gebruikte
infusieset op. Als u dit achterwege laat, kan er
mogelijk te weinig insuline worden toegediend.
Zie paragraaf 4.2 Instellen van een standaardbolus.
w
WAARSCHUWING
Inspecteerdeinfusieplaatsminstenstweekeerperdagomte
kijkenofersprakeisvanirritatieofinfectie.Symptomenvan
infectiezijnonderandere:pijn,zwelling,roodheid,warm
aanvoelenofafscheiding.
Alsuroodheidofeenzwellingziet,moetudirecteennieuwe
infusiesetopeenandereinfusieplaatsaansluitenencontact
opnemenmetuwartsofgezondheidszorgteam.
Vervanguwinfusiesetovereenkomstigdegebruiksaanwijzing
vandefabrikantendeadviezenvanuwbehandelteam.
54
Alsuallegebruiksaanwijzingen,aanwijzingen,waarschuwingen
enopmerkingenindithoofdstukheeftgelezenenopgevolgd,zou
uinprincipegereedmoetenzijnominsulineaanuwlichaamtoe
tedienenmetuwAccuChekSpiritComboinsulinepomp.