PENTAX Q_DUT.book Page 61 Wednesday, August 24, 2011 10:09 AM
Corrigeren van de flitsintensiteit
U kunt de flitseruitvoer instellen van
flitsercompensatiewaarden kunnen in stappen van 1/3 EV or 1/2 belichting
ingesteld worden, afhankelijk van het gebruikte objectief.
Stapinterval
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
1/3LW
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
1/2LW
1
Druk in de stap 2 bij p.60 op de vierwegbesturing (3).
2
Draai aan de e-knop.
De flitsbelichtingscorrectiewaarde wordt
weergegeven.
Druk op de d/i knop om de waarde
terug te zetten naar 0,0. (Alleen
beschikbaar indien [Knop Snelinstelling]
toegewezen is aan de knop d/i bij
[Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 3] (p.158).)
• Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect
hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
• Corrigeren in de minrichting (-) heeft mogelijk geen effect wanneer het
onderwerp te dichtbij is, het diafragma is ingesteld op een grote opening,
of de gevoeligheid hoog is.
• De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers
die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
2,0 to +1,0. De volgende
–
Flitscorrectiewaarde
Auto ontladen flitser
Auto ontladen flitser
Annul.
Annul.
MENU
61
3
+0.7
+0.7
OK
OK
OK