PENTAX Q_DUT.book Page 28 Wednesday, August 24, 2011 10:09 AM
28
* De indicaties 9 en 10 worden alleen weergegeven bij opnamen die met
de flitser zijn gemaakt.
* De indicaties 6, 11, 17, 18, 19, 20, 26, 27 en 31 worden alleen weergegeven
bij opnamen die zijn gemaakt terwijl de corresponderende functies waren
ingeschakeld.
* De indicaties 23 en 24 worden niet weergegeven bij RAW-opnamen.
1
Het histogram gebruiken
Een histogram toont de
helderheidsverdeling van
een opname.
De horizontale as vertegenwoordigt
helderheid (donker aan de linkerzijde
en licht aan de rechterzijde) en de
verticale as vertegenwoordigt het
aantal pixels.
De vorm en indeling van het histogram
vóór en na de opname maken duidelijk
of het belichtingsniveau en het
contrast al dan niet goed zijn. Op basis
hiervan bepaalt u of de belichting moet
worden gewijzigd en u de foto opnieuw
moet maken.
1De Belichting corrigeren (p.88)
1De helderheid aanpassen (p.140)
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is en er geen over- of onderbelichte gebieden
zijn, dan vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname
onderbelicht is, bevindt de piek zich links; als de opname overbelicht is,
bevindt de piek zich rechts.
Donkere (onderbelichte)
opname
(Donker) ← Helderheid → (Licht)
Donkere
gedeelten
Opname met weinig
donkere en heldere
gebieden
Lichte
gedeelten
Heldere (overbelichte)
opname