1. Selecteer handmatige kalibratiemodus. De
standaardmodus wordt aanbevolen.
2. Plaatindeling: 'X' markeert de locatie waar
de gebruiker het mondstuk moet plaatsen.
3. Z-as commando: Regelt de positie van het
printbed langs de Z-as.
4. X, Y-as commando: Regelt de positie van
de printkop langs de X- en Y-as. De centrale
knop verplaatst de printkop en het printbed
naar de positie HOme (Begin).
5. Step size (Stapgrootte): Selecteer de
stapgrootte voor X-, Y- en Z-asbewegingen.
6. Calibrate (Kalibratie): Registreer de
kalibratie-instellingen.
4.3.9 Printmodel
Dit scherm, dat aan de rechterkant van het softwarevenster verschijnt, vat het bioprintproces samen. U kunt de activiteit van het apparaat
volgen tijdens het printen. Daarnaast kunt u de parameters zoals printbedtemperatuur en printkoptemperatuur wijzigen.
1. Printbed temperature (Temperatuur van het
printbed): Hiermee kunt u de temperatuur
van het printbed activeren/deactiveren,
wijzigen en bewaken.
2. Temperature (Temperatuur): Hiermee
kunt u de temperatuur van de printkop
activeren/deactiveren, wijzigen en
bewaken.
3. Printing parameters (Printparameters).
4. Extrusion (Extrusie): Extrudeer kleine
hoeveelheden materiaal voordat u het
printproces start om het mondstuk te
primen (vooraf vullen).
20
2
3
3
4
5
6
1
1
2
4