[BEELDINSTEL.]
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
≥ Zet de mode op
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 69)
1
Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
2
Raak de gewenste instellingsopties aan.
[SCHERPTE]:
[KLEUR]:
[BELICHTING]:
[WB aanpassing]:
3
Raak
/
4
Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op de MENU toets om de instellingen te vervolledigen.
verschijnt op het beeldscherm.
≥
[ZEBRA]
Delen waar het waarschijnlijk is dat een witte verzadiging
optreedt (kleurverzadiging) (zeer helder verlichte of
glanzende delen) worden weergegeven met diagonale
strepen (zebrapatroon).
≥ Verander de functie naar
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 69)
: [OPNAME INST.] # [ZEBRA] # [AAN]
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het
snelmenu in te stellen. (l 32)
≥ U kunt een opname maken met minder witverzadiging als u de sluitertijd of helderheid
(diafragma/gain) handmatig aanpast. (l 71)
≥ Het zebrapatroon verschijnt niet op de gemaakte opnamen.
62
VQT2U93
of
.
Scherpte van de rand
Diepte van de kleur van het beeld
Helderheid van het beeld
Kleurbalans beeld
aan om de instellingen uit te voeren.
of
.
A Zebrapatroon