Gebruik van het [Opname] menu
De scherpstelling wordt voortdurend aangepast aan de beweging van uw onderwerp, om
onscherpte van het beeld op de camera te verminderen, ook wanneer u de ontspanknop
niet indrukt. (Dit verhoogt het batterijverbruik)
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [ON]/[OFF]
●
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
de max. W groothoekstand naar de max. T telestand, of als u plotseling dichter bij uw
onderwerp komt.
●
Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te
verkrijgen.
●
De functie wordt in de volgende gevallen op [OFF] gezet.
In de scènemodi [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Sterrenhemel] of [Vuurwerk]
●
[Quick AF] functioneert niet terwijl tracking AF actief is.
Zie voor meer informatie (→63).
Bij het corrigeren van de belichting kunt u de positie waar u de helderheid meet, wijzigen.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen:
Meetpositie voor helderheid
Multiple
Hele scherm
Centrum-
Midden en omgeving
gewogen
Midden en naaste omgeving
Spotmeting
76
VQT3H51
(Vervolg)
[Quick AF]
[Gezicht herk.]
[Meetfunctie]
Omstandigheden
Normaal gebruik (voor
evenwichtige foto's)
Onderwerp in het midden
Groot verschil in helderheid tussen
onderwerp en achtergrond
(bijvoorbeeld iemand in
de spotlights op toneel,
achtergrondlicht)
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (→17)
[i. Exposure]
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de
belichting aan voor meer levensechte kleuren.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [LOW]/[STANDARD]/[HIGH]/[OFF]
●
[LOW], [STANDARD] en [HIGH] geven het maximale correctiebereik aan.
●
Wanneer [i. Exposure] werkt, verandert de kleur van
●
Ook al staat [Gevoeligheid] ingesteld op [100], wanneer de [i. Exposure] is
ingeschakeld kunnen de foto's worden genomen met een hogere ISO-gevoeligheid dan
de instelling.
[Korte sluitert.]
Stelt sluitertijd in op de maximale waarde. We raden u een langere sluitertijd aan voor
heldere foto's op donkere locaties.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [AUTO] [1/250] [1/125] [1/60] [1/30] [1/15] [1/8] [1/4] [1/2] [1]
●
Langere sluitertijden maken helderdere foto's mogelijk, maar vergroten de kans op
trillingen, dus we raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
●
Aangezien foto's donker kunnen worden bij een kortere sluitertijd, bijvoorbeeld [1/250],
raden we u aan foto's in een heldere omgeving te maken (als u de ontspanknop half
indrukt, knippert (
rood bij donkere foto's).
●
wordt op scherm weergegeven bij andere instellingen dan [AUTO].
[I.resolutie]
Superresolutietechnologie kan worden gebruikt om foto's met scherpere contouren en
een hogere resolutie te maken. Ook kan als [i.ZOOM] is ingesteld, de zoomafstand
worden verhoogd tot ongeveer 1,3 zonder merkbare verslechtering van de beeldkwaliteit.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [ON]/[i.ZOOM]/[OFF]
●
Informatie over i.ZOOM (→34)
●
De instelling is vastgezet op [i.ZOOM] in
●
De instelling is vastgezet op [ON] in [H. gevoeligh. ] en de scènemodi [Hi-speed burst],
[OFF] in [Flitsburst] en de scènemodi [Speldenprik] en [i.ZOOM] in andere scènemodi.
.
(de modus [Intelligent auto]).
VQT3H51
77