Gebruik van het [Opname] menu
Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan.
■
Opnamemodus:
■
Instellingen: [AWB] (automatisch) /
(buiten, heldere lucht) /
(buiten, bewolkt) /
(buiten, schaduw) /
(Gloeilamplicht) /
(gebruikt de waarden ingesteld in
(handmatig instellen)
●
Gebruiksgebied [AWB]:
10000K
Blauwe lucht
9000K
8000K
Bewolkte lucht (regen)
7000K
Schaduw
6000K
Zonlicht
5000K
Wit tl-licht
4000K
3000K
Gloeilamplicht
2000K
Zonsondergang/zonsopgang
1000K
Kaarslicht
●
Wanneer de [AWB] (automatische witbalans) is ingeschakeld, wordt de kleurbalans
aangepast aan de lichtbron. Als de scène echter te helder of te donker is of er andere
extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden een rood- of blauwzweem vertonen.
De witbalans kan niet altijd goed werken bij een verscheidenheid aan lichtbronnen.
●
We raden aan [AWB] / [
] in te stellen onder tl-licht.
●
De witbalansinstelling staat vast ingesteld op [AWB] in de volgende scènemodi:
[Landschap], [Nachtportret], [Nachtl.schap], [Voedsel], [Party], [Kaarslicht],
[Zonsonderg.], [Flitsburst], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Strand], [Sneeuw], [Luchtfoto],
[Zandstraal] en [Onder water]
72
VQT3H51
(Vervolg)
[Witbalans]
) /
Voor instelprocedures in het menu [Opname] (→17)
■
Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als de kleuren niet naar
verwachting zijn.
Selecteer de witbalansinstelling die u wilt fijnregelen en druk dan op de [DISP.]-toets
om het scherm [Instellen] te tonen.
Stel in met ► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw.
Druk op [MENU/SET].
• De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
• De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
• Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [Kleurfunctie] (→79) is ingesteld
op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM].
• In de scènemodus [Onder water] kunt u de [AWB] fijnregelen.
• Als er geen fijnregeling nodig is, kiest u het middelste punt van de schuifregelaar.
• Fijnregeling kan afzonderlijk worden verricht voor elke witbalansinstelling.
• De witbalansinstelling wordt geannuleerd wanneer u de witbalans handmatig instelt.
■
Witbalans handmatig instellen (
Selecteer
en druk op [MENU/SET].
Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET].
• Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan.
• Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht
of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw
in te stellen.
)
VQT3H51
73