interface: 1) hardware- en/of softwareonderdelen van een systeem die
interrupt request: een onderbrekingsaanvraag. Een signaal door middel
invoer: de gegevens of instructies die de gebruiker via het toetsenbord of
K
k: afkorting van het Griekse woord kilo, dat 1000 betekent;
kaart: een printplaat. Een interne kaart waarop elektronische
kilobyte (KB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan
klikken: het indrukken en loslaten van de primaire knop op het
koude start: het opstarten van de computer wanneer deze is uitgeschakeld
L
L1 cache: niveau 1 cache. Cachegeheugen dat is ingebouwd in de
L2 cache: cachegeheugen dat is geïnstalleerd op het moederbord om de
LAN: een groep computers of andere apparaten verspreid over een relatief
Gebruikershandleiding
specifiek dienen voor het aansluiten van het ene op het andere
systeem of apparaat.
2) Fysieke verbinding tussen het ene en het andere systeem of
apparaat door middel waarvan gegevens worden uitgewisseld.
3) De elementen die de gebruiker in staat stellen te communiceren
met de computer en het programma, bijvoorbeeld het toetsenbord of
een menu.
waarvan een onderdeel toegang tot de processor probeert te
krijgen.
een intern/extern gegevensopslagapparaat doorgeeft aan een
computer, een communicatieapparaat of een ander randapparaat.
De gegevens van de zendende computer (ofwel de uitvoer) zijn de
invoer van de ontvangende computer.
vaak gebruikt als equivalent van 1024, ofwel 2 tot de tiende macht.
Zie ook byte en kilobyte.
componenten, chips genaamd, zijn aangebracht die een specifieke
functie uitvoeren of de mogelijkheden van het systeem uitbreiden.
1024 bytes. Zie ook byte en megabyte.
aanwijsapparaat zonder het te bewegen. In het
Windows-besturingssysteem verwijst dit naar de linkerknop op het
aanwijsapparaat, tenzij anders aangegeven. Zie ook dubbelklikken.
(de stroomvoorziening inschakelen).
processor om de processorsnelheid te verbeteren.
Zie ook cachegeheugen, L2 cache.
processorsnelheid te verbeteren. Dit geheugen is langzamer dan L1
cache, maar sneller dan het hoofdgeheugen. Zie ook
cachegeheugen, L1 cache.
kleine omgeving en verbonden door een communicatiekoppeling
waarmee de apparaten over het netwerk met elkaar kunnen
communiceren.
Satellite A660/A660D, Satellite A665/A665D
Woordenlijst-9