•
Nooit twee combiflenzen met elkaar verbinden!
•
Pompen met combiflens zijn niet voor een werkdruk PN 16 toegestaan!
•
Het gebruik van borgingselementen (bijv. veerringen) kan lekkage van de flensverbinding veroorzaken. Deze
zijn daarom niet toegestaan. Tussen de bout-/moerkop en de combiflens bijgevoegde onderlegschijven (le-
veringsomvang) gebruiken!
•
De toegestane aandraaimomenten conform de volgende tabel mogen ook bij gebruik van bouten met hoge-
re sterkte (≥ 4.6) niet worden overschreden, omdat anders afsplinteringen in het randgebied van de sleuven
kunnen optreden. Daardoor verliezen de schroeven hun voorspanning en kan de flensverbinding beginnen
te lekken. Gevaar voor verbranding!
•
Schroeven gebruiken die lang genoeg zijn. De schroefdraad van de bout moet ten minste één omwikkeling
uit de moer steken.
•
Lekkagecontrole bij een zo groot mogelijke toelaatbare werkdruk uitvoeren!
Bouten en aandraaimomenten
Flenspomp PN 6
Schroefdiameter
Sterkteklasse
Aandraaimoment
Schroeflengte
Schroefdiameter
Sterkteklasse
Aandraaimoment
Schroeflengte
Flenspomp PN 10
Schroefdiameter
Sterkteklasse
Aandraaimoment
Schroeflengte
Schroefdiameter
Sterkteklasse
Aandraaimoment
Schroeflengte
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos MAXO/-D/-Z • Ed.01/2022-08
DN 32
DN 40
M 12
M 12
≥ 4,6
≥ 4,6
40 Nm
40 Nm
≥ 55 mm
≥ 55 mm
DN 65
DN 80
M 12
M 16
≥ 4,6
≥ 4,6
40 Nm
95 Nm
≥ 60 mm
≥ 70 mm
DN 32
DN 40
M 16
M 16
≥ 4,6
≥ 4,6
95 Nm
95 Nm
≥ 60 mm
≥ 60 mm
DN 65
DN 80
M 16
M 16
≥ 4,6
≥ 4,6
95 Nm
95 Nm
≥ 65 mm
≥ 70 mm
nl
DN 50
M 12
≥ 4,6
40 Nm
≥ 60 mm
DN 100
M 16
≥ 4,6
95 Nm
≥ 70 mm
DN 50
M 16
≥ 4,6
95 Nm
≥ 65 mm
DN 100
M 16
≥ 4,6
95 Nm
≥ 70 mm
23