Afdrukmateriaal en lade
• Druk de papiergeleider niet te hard tegen de rand van het papier,
omdat het papier daardoor kan buigen.
• Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor
kan het papier vastlopen of kreukelen.
• Als u de papiergeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
4
Houd de papiergeleider ingedrukt en schuif deze tegen de stapel
papier, zonder het papier te buigen.
5
Stel het papiertype en -formaat voor de lade in als u een document
wilt afdrukken (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 48).
De in het printerstuurprogramma opgegeven instellingen krijgen
voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
a Om vanuit een toepassing af te drukken, opent u de toepassing en
start u het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 56).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor
afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype
in op Etiket.
d Selecteer Automatisch selecteren (of Handmatige invoer, Lade
1) bij papierbron en druk vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
42