5.11 DD-HD 30: Diamantkernboorapparaat aan boorkolom bevestigen
ATTENTIE
Gevaar voor letsel Gevaar door het onbedoeld in werking treden van het diamantkernboorapparaat.
▶ Het diamantkernboorapparaat mag tijdens onderhoudswerkzaamheden niet aangesloten zijn op
het elektriciteitsnet.
1. Zet de sledes vast met de slee-arretering.
2. Trek de excenter voor de vergrendeling van het diamantkernboorapparaat aan de sledes eruit.
3. Plaats het diamantkernboorapparaat in de sledes of in het afstandstuk.
4. Schuif de excenter tot de aanslag in de slede of in het afstandstuk.
5. Zet de excenter vast.
6. Bevestig het netsnoer in de snoergeleiding op de afdekking van de slede.
7. Zorg ervoor dat het diamantkernboorapparaat correct aan de boorkolom is bevestigd.
5.12 DD-ST 200: Diamantkernboorapparaat aan boorkolom bevestigen
GEVAAR
Gevaar voor letsel Slag door een snel bewegende hefboom of handwiel bij beweging van de slede.
▶ De hefboom of het handwiel mogen bij montage van het diamantkernboorapparaat op de
boorkolom niet gemonteerd zijn.
ATTENTIE
Gevaar voor letsel Gevaar door het onbedoeld in werking treden van het diamantkernboorapparaat.
▶ Het diamantkernboorapparaat mag tijdens onderhoudswerkzaamheden niet aangesloten zijn op
het elektriciteitsnet.
Aanwijzing
De aandrijfeenheid en de sledes vormen een eenheid. Het diamantkernboorapparaat kan samen met
de rail van de boorkolom worden verwijderd.
Voor het eerste gebruik moet de speling tussen de rail en de slede worden ingesteld.
Printed: 12.12.2016 | Doc-Nr: PUB / 5245701 / 000 / 02
27