4. Plaats de boorkolom op de ondergrond.
5. Nivelleer de grondplaat met de nivelleerschroeven.
6. Span de boorkolom met de schroefspindel en borg deze.
7. Verzeker u ervan dat de boorkolom stevig bevestigd is.
5.7 DD-ST 200: Boorkolom met schroefspindel (toebehoren) bevestigen
1. Bevestig de schroefspindel aan het bovenste uiteinde van de rail.
2. Plaats de boorkolom op de ondergrond.
3. Nivelleer de grondplaat met de nivelleerschroeven.
4. Span de boorkolom met de schroefspindel en borg deze.
5. Verzeker u ervan dat de boorkolom stevig bevestigd is.
5.8 DD-HD 30: Rail (toebehoren) bij boorkolom verlengen
Aanwijzing
Voor het aanboren mogen slechts boorkronen of verlengde boorkronen tot een totale lengte van
maximaal 650 mm (25 1/2 in) worden gebruikt.
Als extra eindstop kan een diepteaanslag op de rail worden gebruikt.
Na het verwijderen van de verlengde rail moet de afdekking (met geïntegreerde eindaanslag) weer op
de boorkolom worden gemonteerd. Anders kan de voor de veiligheid belangrijke eindaanslagfunctie
niet worden gewaarborgd.
1. Verwijder de afdekking (met geïntegreerde eindaanslag) aan de bovenzijde van de rail. Monteer de
afdekking op de verlengde rail.
2. Plaats de cilinder van de verlengrail in de rail van de boorkolom.
3. Bevestig de verlengrail door de excenter te verdraaien.
5.9 DD-HD 30: Afstandstuk (toebehoren) monteren
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel,. De bevestiging kan overbelast worden.
▶ Bij gebruik van één of meerdere afstandsstukken moet de aandrukkracht gereduceerd worden,
om de bevestiging niet te overbelasten.
Aanwijzing
Het diamantkernboorapparaat is bij de montage van het afstandsstuk niet gemonteerd.
Aanwijzing
Vanaf een boorkroondiameter >300 mm (>11 1/2 in) moet de afstand tussen de booras en de
boorkolom m.b.v. één of twee afstandsstukken worden vergroot. Bij het gebruik van afstandstukken
functioneert de boorcentreerindicator niet.
Printed: 12.12.2016 | Doc-Nr: PUB / 5245701 / 000 / 02
25