Deel 3: Algemene functiebeschrijvingen
Deel 3: Algemene functiebeschrijvingen
Deel 3: Algemene functiebeschrijvingen
Verwarmingssysteemregeling
Weersafhankelijke regeling
Over de ingestelde verwarmingscurve wordt de ketel – of aan-
voertemperatuur aangepast aan de gemeten buitentemperatuur,
Zodat bij een correct berekend verwarmingssysteem in de refe-
rentieruimte ongeveer de ingestelde gewenste omgevingstem-
peratuur heerst.
=> Voor de weersafhankelijke regeling is een exacte instelling
van de verwarmingscurve uitzonderlijk belangrijk.
De circulatiepomp wordt weersafhankelijk geregeld. Bij warmte-
vraag en vorstbeveiligingsbedrijf wordt de circulatiepomp inge-
schakeld.
Omgevingssensor invloed
De huidige ruimtetemperatuur kan via een aanwezige ruimtevoe-
ler bij de berekening van de noodzakelijke aan-
voerwatertemperatuur worden betrokken (RUIMTE INV).
De invloedsfactor is tussen 0 (zuiver weersafhankelijke regeling)
en 20 (ruimtetemperatuurregeling met weinig invloed van de bui-
tentemperatuur) instelbaar. Bij instelling "- - - - " is de omgevings-
temperatuurregeling gedeactiveerd. De instelling"- - - -" en "0"
geeft verschil voor de bedrijfsafhankelijke omkeerpomp schake-
ling aan.
Warmwater bereiding
De geprogrammeerde warmtapwatertemperatuur wordt door het
schakelen van de boilerpomp en de brander geregeld. De boiler-
vulling start als de ingestelde gewenste boilertemperatuur met
5 K wordt overschreden. Het vullen van de boiler stopt als de in-
gestelde gewenste temperatuur is bereikt.
BoB => Bedrijf zonder Brander
Voor het gebruik bijv. met zonne-energie. De brander wordt in dit
modus pas vrijgegeven als de men onder de ingestelde toleran-
tiegrenzen komt.
Vorstbeveiliging functie
De vorstbeveiliging functie voorkomt automatisch het bevriezen
van het verwarmingssysteem d.m.v. het inschakelen van de ver-
warming.
Buitensensor-vorstbeveiliging
Wanneer de gemeten buitentemperatuur onder de ingestelde
vorstbeveiliging-temperatuur daalt, wordt de gewenste omge-
vingstemperatuur voor het genoemde systeem op 5 °C ingesteld.
Het verwarmingssysteem wordt vrijgegeven.
De pompen worden ingeschakeld.
De warmtevraag wordt naar de ketel gestuurd.
"----" => Buitensensor-vorstbeveiliging gedeactiveerd
De functie wordt beëindigd wanneer de buitentemperatuur met
1 K boven de ingestelde vorstbeveiliging-temperatuur stijgt.
MENU MONTEUR
55