Deel 2: Overzicht van weergeven en instelwaarden
De pomp wordt ingeschakeld als de temperatuur van de zonne-
collector de temperatuur bij de inlaat van de boiler
(T-WW O) overschrijdt met de hysteresis (MF4 HYST + 5 K).
Het afschakelen gebeurt als de temperatuur 5 K onder deze in-
schakeltemperatuur komt.
Veiligheid/bescherming van de installatie:
UIT:
T-WW O > MF4 T-NOM
AAN: T-WW O < [MF4 T-NOM - 5 K]
De installatie wordt uitgeschakeld als de temperatuur van de boi-
ler boven de ingestelde grenstemperatuur (MF4 T-NOM) stijgt.
De pomp wordt weer vrijgegeven als de boilertemperatuur 5 K
onder de grenstemperatuur komt.
24 = Retourwater voorverwarming WP1
T-RETOUR 1 = retourtemperatuur van de installatie
[= T-MF1 of 1 - 4].
AAN: T-RETOUR 1 < MF1 T-NOM
UIT:
T-RETOUR 1 > [MF1 T-NOM + MF1 HYST]
De pomp voor retourwater voorverwarming wordt ingeschakeld
als de retourtemperatuur onder de ingestelde grenstemperatuur
(MF1 T-NOM) zakt. Deze wordt weer uitgeschakeld als de retour-
temperatuur weer boven de hysteresis (MF1 HYST) komt.
25 = Retourwater voorverwarming WP2
T-RETOUR 2 = retourtemperatuur van de installatie
AAN: T-RETOUR 2 < MF1 T-NOM
UIT:
T-RETOUR 2 > [MF1 T-NOM + MF1 HYST]
De pomp voor retourwater voorverwarming wordt ingeschakeld
als de retourtemperatuur onder de ingestelde grenstemperatuur
(MF1 T-NOM) zakt. Deze wordt weer uitgeschakeld als de retour-
temperatuur weer boven de hysteresis (MF1 HYST) komt.
26 = Retourwater voorverwarming WP via boilerbuffervat
AAN: T-OPSLAG O [F1] > T-MF1 + MF1 HYST + 5 K
UIT:
T-OPSLAG O < T-MF1 + MF1 HYST
De klep voor retourwater voorverwarming via de boilerbuffervat
wordt opgestart, als de temperatuur boilerbuffervat-onder
[T-OPSLAG O] de retourtemperatuur van de installatie [voeler 1
of 1 - 4] met de BRANDER DIF (MF1 HYST + 5 K) overschrijdt.
Deze wordt weer uitgeschakeld als de temperatuur boilerbuffer-
vat-onder beneden de retourtemperatuur zakt.
MENU MONTEUR
53