6.8
Werkingsvolgorde van de brander
6.8.1
Start van de brander
T0:
0 s. - Sluiting thermostaat/drukschakelaar TL.
T1:
2 s. - Begin van het programma van de elektrische
installatie.
Start van de ventilatormotor, start van de servomotor, de
preventieve fase begint. De servomotor draait 90° naar
rechts, dus tot het contact op de nok 1)(Afb. 26 op
pag. 23) ingrijpt.
T2:
34 s. - De luchtklep plaatst zich op de stand van het MAX
vermogen.
T3:
58 s. - De servomotor draait naar links tot aan de hoek
die is ingesteld op de nok 3).
T4:
85 s. - De luchtklep komt in de stand van het MIN
vermogen of de ontsteking.
T5:
89 s. - De vonk van de ontstekingselektrode opent het
veiligheidsventiel VS en het regelventiel VR. De vlam
ontsteekt met een klein vermogen, punt A.
Het debiet neemt vervolgens geleidelijk toe, trage
opening van het ventiel VR, tot het MIN. vermogen, punt
B.
T6:
91 s. - De vonk dooft.
T7:
99 s. - De startcyclus van de elektrische installatie
eindigt.
6.8.2
Volledig operationeel
Brander zonder RWF-vermogensregelaar ... (Zie kit)
Aan
het
einde
van
servomotorbesturing
over
drukschakelaar, die druk of de temperatuur in de ketel
controleert, punt C. (De elektrische apparatuur blijft de
aanwezigheid van de vlam en de juiste positie van de
drukschakelaars voor maximale lucht en gas controleren).
–
Als de temperatuur of de druk laag is zodat de thermostaat/
drukschakelaar TR gesloten is, verhoogt de brander
geleidelijk het vermogen tot de maximumwaarde (deel C-D).
–
Als dan de temperatuur of de druk verhoogt zodat de TR
opengaat, verlaagt de brander geleidelijk het vermogen tot
de minimumwaarde (deel E-F). Enzovoort.
–
De brander valt stil als er om minder warmte gevraagd wordt
dan de brander levert bij minimumvermogen (deel G-H). De
thermostaat/drukschakelaar TL opent, de servomotor keert
terug naar de hoek 0° beperkt door het contact van de nok
II)(Afb. 26 op pag. 23).
De luchtklep sluit volledig, om zoveel mogelijk thermische
dispersie te voorkomen.
Bij elke wijziging van het vermogen wijzigt de servomotor
automatisch het gasdebiet (gassmoorklep), het luchtdebiet
(luchtklep ventilator) en de luchtdruk.
Brander met RWF-vermogensregelaar ... (Zie kit)
Raadpleeg de handleiding van de regelaar.
6.8.3
Geen ontsteking
Bij gebrek aan ontsteking vergrendelt de brander binnen 3 sec.
na de opening van het gasventiel en 91 sec. na de sluiting van de
TL.
6.8.4
Uitschakeling van de brander tijdens de
werking
Als de vlam tijdens de werking dooft, treedt de vergrendeling van
de brander binnen 1 sec. in werking.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
de
startcyclus
schakelt
op
de
TR-thermostaat/
Regelmatige ontsteking
(n° = seconden vanaf het ogenblik 0)
de
27
NL
Geen ontsteking
20073942
Afb. 33
20073943
Afb. 34
20160602