Verbinding maken en bestanden overbrengen >
4
Selecteer de camera op de smartphone en maak verbinding.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
•
Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld en Wi-Fi
verbonden is, geeft u op de smartphone de PIN-code in die wordt
weergegeven op de camera.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera of bevestig het
registratieverzoek.
•
Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
•
Als het pop-upbericht waarin u wordt gevraagd de automatische
tijdsinstellingen in te stellen, wordt weergegeven, selecteert u Ja
om de datum en tijd van de camera te synchroniseren met die van
de smartphone. (p. 182)
6
Selecteer de bestanden die u wilt overbrengen.
7
Raak
aan op de smartphone.
•
De camera verzendt de bestanden naar de smartphone.
Verbinding maken met een smartphone
149