7 Installatie
1. Installeer de slang- en pijpleidingen zo kort mogelijk.
2. Installeer de slangleidingen zonder knikken of inknellingen.
3. Sluit de ejector alleen aan met slangen met de aanbevolen binnendiameter of met de eerstvolgende
grotere diameter.
- De binnendiameter aan de persluchtzijde moet voldoende groot zijn zodat de ejector de gespecifi-
ceerde capaciteit kan bereiken.
- De binnendiameter aan de vacuümzijde moet voldoende groot zijn om hoge stromingsweerstan-
den te voorkomen. Bij een te klein gekozen binnendiameter wordt de stromingsweerstand hoger en
worden de aanzuigtijden en de afblaastijden langer.
De volgende tabel toont de aanbevolen dwarsdoorsneden (binnendiameters):
Vermogensklasse
07
10
15
1)
bij een maximale slanglengte van 2 m.
4 Bij grotere slanglengtes moeten de dwarsdoorsneden dienovereenkomstig groter worden gekozen!
7.4 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Gevaar voor letsel
4 Product via een voedingsadapter met een veilige, zeer lage spanning (PELV) gebruiken.
WAARSCHUWING
Door de activering/deactivering van het product hebben uitgangssignalen een actie
in het productieproces tot gevolg!
Persoonlijk letsel
4 Mogelijke gevarenzone mijden.
4 Alert zijn.
AANWIJZING
Onjuiste spanningsvoorziening
Vernietiging van de geïntegreerde elektronica
4 Product via een voedingsadapter met een veilige, zeer lage spanning (PELV) gebruiken.
4 Voor een veilige elektrische scheiding van de voedingsspanning overeenkomstig
EN60204 zorgen.
4 Stekker niet onder trek- en/of elektrische spanning aansluiten of lostrekken.
18 / 28
Doorsnede van de buis (binnendiameter in mm
Persluchtzijde
4
4
4
Vacuümzijde
4
4
6
NL · 30.30.01.00488 · 04 · 10/22
1)