Inhoudsopgave
Advertenties
Alarm-
Alarm-
melding
ID nr.
Ventilator-
34
defect
Defect aan
36
AIR sensor
Defect O
-
2
37
sensor
Kalibratie O
-
38
2
fl ow e
Kalibratie
Luchtstroom
39
e
5.7 Alarminstellingsperiode
Aan het begin van de therapie (elke modus) worden alarmen gedeactiveerd voor een ingestelde
tijdsperiode afhankelijk van het alarmtype. We noemen dit de instellingsperiode Hoewel een
alarmconditie kan bestaan tijdens de instellingsperiode wordt deze pas op het scherm gemeld nadat
de instellingsperiode is geëindigd. De instellingsperiode dient om de gebruiker in staat te stellen
de therapieinstelling en het functioneren ervan af te ronden. Vaak omvat dit het op de gewenste
waarden instellen van de patiëntinterface of het verder instellen van de gasfl owsnelheid of het
zuurstofpercentage. Binnen een instellingsperiode of op elk moment daarna wordt een nieuwe
instellingsperiode gestart als de therapie-instellingen op enigerlei wijze zijn aangepast.
Met betrekking tot fl owrate, apneualarm, P Max- en P Min-alarmen, ademhalingsfrequentiealarm,
vernevelaar AAN en vernevelaar UIT - zorgen veranderingen in deze instellingen voor een instellingsperiode
van 60 seconden gedurende welke reeds bestaande alarmen die op het scherm aanwezig waren worden
verwijderd, zelfs als de oorzaak van de alarmconditie niet wordt opgelost. Tijdens de instellingsperiode
die volgt, worden de condities die ontstaan tijdens de instellingsperiode pas weergegeven als de
instellingsperiode is geëindigd. Daarna worden ze weergegeven op het scherm, waarbij de gebruiker
wordt gevraagd om de alarmconditie(s) aan te pakken. Met betrekking tot FiO
van toepassing, maar de instellingsperiode bedraagt 180 seconden. Andere alarmcondities kunnen
onderworpen zijn aan een korte periode van deactivering na het begin van de therapie.
57
Alarm-
Alarmconditie
prioriteit
Medium
Technische storing
Medium
Technische storing
Medium
Technische storing
Zuurstof 120-140 L/min
Medium
kalibratie kan niet worden
opgehaald
Lucht 120-140 L/min
Medium
kalibratie kan niet worden
opgehaald
Corrigerende actie
Laat het apparaat
onderhouden door een
geautoriseerd technicus
Herstart de therapie. Als
de storing voortduurt,
herkalibreer dan het apparaat
of stuur het apparaat terug
naar een goedgekeurd
servicecentrum
Herstart de therapie. Als
de storing voortduurt,
herkalibreer dan het apparaat
of stuur het apparaat terug
naar een goedgekeurd
servicecentrum
Kalibreer het apparaat
opnieuw
Kalibreer het apparaat
opnieuw
AquaVENT® FD140i, Gebruikershandleiding, Nederlandse uitgave 06
Alarmen en mededelingen
Opmerkingen
-
-
-
Als herkalibratie het
alarm niet verwijdert,
moet u het apparaat
naar een goedgekeurd
onderhoudscentrum sturen.
Als herkalibratie het
alarm niet verwijdert,
moet u het apparaat
naar een goedgekeurd
onderhoudscentrum sturen.
alarmen is hetzelfde
2
Advertenties
Inhoudsopgave
