●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-
Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u
MENU ( = 25) > tabblad [
] > [Inst. draadloze communicatie] >
[Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
U kunt de bijnaam van de camera die op het scherm van stap 2
wordt weergegeven, wijzigen ( = 87).
●
Wanneer de camera verbonden is met een computer is het
camerascherm leeg.
●
Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven, klikt u op
het pictogram [CameraWindow] in het dock.
●
Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
●
Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het
scherm weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt.
Kies een apparaat in het scherm [Apparaat selecteren].
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding die is
meegeleverd met uw toegangspunt.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1
Bekijk de lijst met toegangspunten.
●
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven bij stap 1 – 4 in "WPS-
compatibele toegangspunten gebruiken"
( = 87).
2
Kies een toegangspunt.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een
netwerk (toegangspunt) te selecteren en
druk vervolgens op de knop [ ].
][
] te drukken om
] te drukken.
3
Voer het wachtwoord in voor het
toegangspunt.
●
Druk op de knop [ ] om het toetsenbord
te openen en voer vervolgens het
wachtwoord in ( = 26).
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Volgende] te kiezen en druk daarna op
de knop [ ].
4
Kies [Auto].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Auto]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●
Om beelden op te slaan op een
verbonden computer, volgt u de
procedure bij "WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken" ( = 87)
vanaf stap 8.
●
Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u
het wachtwoord van het toegangspunt wilt vaststellen.
●
Als er geen toegangspunten worden gevonden, zelfs niet nadat
u bij stap 2 [Vernieuwen] hebt gekozen om de lijst bij te werken,
kiest u [Handmatige instellingen] om handmatig instellingen in te
voeren voor het toegangspunt. Volg de instructies op het scherm
en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
●
Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent
gebruikt om verbinding te kunnen maken met een ander
apparaat, wordt [*] weergegeven voor het wachtwoord bij stap 3.
Als u hetzelfde wachtwoord wilt gebruiken, drukt u op de knoppen
[
][
] om [Volgende] te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
de camera
2
Auto-modus
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
89