De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer
u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt
opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en
wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met
de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto's toevoegen
( = 35).
1
Schakel de camera in.
●
Druk op de ON/OFF-knop.
●
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2
Stel de datum en tijd in.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
datum op te geven.
●
Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
3
Stel de tijdzone thuis in.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
4
Voltooi de instellingsprocedure.
●
Als u klaar bent, drukt u op de knop
[ ]. Nadat een bevestigingsbericht
is weergegeven, wordt het
instellingenscherm niet meer
weergegeven.
●
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
●
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
●
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [
bij stap 2. Kies vervolgens [
] door op de knoppen [
drukken.
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1
Open het menuscherm.
●
Druk op de knop [
2
Kies [Datum/Tijd].
●
Beweeg de zoomknop om het tabblad
[
] te selecteren.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Datum/
Tijd] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [ ].
3
Wijzig de datum en tijd.
●
Volg stap 2 bij "Datum en tijd instellen"
( = 17) om de instellingen aan te
passen.
●
Druk op de knop [
menuscherm te sluiten.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van
]
de camera
][
] te
2
Auto-modus
3
Andere opnamestanden
4
P-modus
5
Afspeelmodus
].
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
Index
] om het
17