●
Als u niet wilt dat de camera een opname maakt wanneer u
op het scherm tikt, moet u ervoor zorgen dat de modus [Touch
Shutter] is uitgeschakeld. Druk op de knop [
2] en kies vervolgens [Uit] ( = 32).
Shutter] op het tabblad [
●
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
●
Zelfs als u opnamen maakt in de modus [
camera terug naar de modus [
te geven waarop u wilt scherpstellen.
●
Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet
weergegeven wanneer er geregistreerde personen worden
gedetecteerd, maar de namen worden wel in de foto's vastgelegd
( = 49). Als het onderwerp waarop wordt scherpgesteld echter
hetzelfde is als een persoon die is gedetecteerd met Gezichts-ID,
wordt er een naam weergegeven.
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1
Vergrendel de focus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
z
druk op de knop [
De scherpstelling is nu vergrendeld en
z
[
] en de MF-indicator verschijnen op
het scherm.
Om de scherpstelling te ontgrendelen,
z
houdt u de ontspanknop half ingedrukt en
drukt u opnieuw op de knop [
2
Kies de compositie en maak een
opname.
Kan niet worden gebruikt met Touch Shutter ( = 47).
●
●
Als [AF-methode] is ingesteld op [Één punt AF], kunt u de focus
tijdens het opnemen van een film vergrendelen door op het
scherm te tikken. Om de focus te ontgrendelen, tikt u op [
], kies [Touch
] ( = 87), keert de
] als u op het scherm tikt om aan
Foto's
Films
].
].
].
Flitser
Flitsermodus wijzigen
U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie "Flitsbereik" ( = 214) voor meer informatie over het flitsbereik.
1
Klap de flitser uit.
Verschuif de schakelaar [ ].
z
2
Configureer de instelling.
Druk op de knop [ ], kies een flitsmodus
z
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk daarna op de knop
[
].
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
z
weergegeven.
●
Als de flitser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet worden
geopend door op de knop [ ] te drukken. Verschuif de schakelaar
[ ] om de flitser uit te klappen en configureer de instelling.
●
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
Auto
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst.
Aan
Er wordt bij elke opname geflitst.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Foto's
Films
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-
modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
94