Foto's bewerken
Beeldbewerking ( = 125 – = 128) is alleen mogelijk als er op
●
de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
●
Als u een scherm voor bewerken wilt openen, kiest u de
bewerkingsfunctie met [
], tikt u op een beeld en tikt u
vervolgens op [
].
●
Wanneer [
] wordt weergegeven op een bewerkingsscherm,
kunt u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de knop
[
] te drukken.
●
Wanneer [
] wordt weergegeven op een bewerkingsscherm,
kunt u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de knop
[
] te drukken.
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden met een lager aantal opnamepixels.
1
Selecteer een beeldformaat.
Druk op de knop [
z
het menu en kies een beeldformaat
( = 31).
Druk op de knop [
z
2
Sla het nieuwe beeld op.
Als [Nieuw beeld opslaan?] verschijnt,
z
drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u
aan de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
z
nieuw bestand.
Foto's
Films
Via het menu
], kies [
] in
].
].
3
Bekijk het nieuwe beeld.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
z
de knop [ ] om [Ja] te selecteren. Druk
vervolgens op de knop [
Het opgeslagen beeld wordt nu
z
weergegeven.
●
Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling van
[ ] kunnen niet worden bewerkt.
●
RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
●
Beelden kunnen niet worden voorzien van een hoger aantal
opnamepixels.
●
U kunt opgeslagen beelden ook weergeven door op [Ja] op het
scherm in stap 3 te tikken.
1
Selecteer [Veranderen].
Druk op de knop [
z
[Veranderen] op het tabblad [
( = 32).
2
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
z
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
Vóór gebruik
Basishandleiding
].
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-
modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
] en kies
Accessoires
3]
Bijlage
Index
].
125